In het onderzoek wordt pas in het tweede gedeelte gekeken naar de effecten van het lesprogramma op basisschoolleerlingen. Voor die tijd concentreert Wals zich op de uitbreiding van het lesprogramma dat onder meer door Ouwehands is ontwikkeld.

Het lesprogramma is speciaal omdat er sprake is van een integrale aanpak. Er wordt dus geen genoegen genomen met een dagbezoek van leerlingen aan het dierenpark. Voordat scholen een park bezoeken, wordt er al een aantal lessen aandacht besteed aan de bewustwording van het onderwerp bedreigde diersoorten. Pas na die lessen wordt door de leerlingen een bezoek gebracht aan de panda’s. Ter plekke leren ze vervolgens over de leefomgeving en het voedsel dat de dieren eten. Ook wordt hun gedrag geobserveerd en krijgt de voortplanting en bescherming van panda’s aandacht. Na het bezoek in de praktijk vindt er weer een aantal lessen in de klas plaats. De bedoeling is om de kennis uiteindelijk ook toe te passen op andere diersoorten die bedreigd worden.

José Kok van Ouwehands Zoo Foundation zegt trots te zijn op de donatie aan het Universiteitsfonds Wageningen. "Dat maakt het mogelijk om onderzoek te doen in het kader van natuurbescherming in het algemeen en bescherming van de reuzenpanda en zijn leefgebied in het bijzonder."

Voor groep 5 en 7 zijn er verschillende lesprogramma’s. In al het materiaal staan hoofd (kennis), hart (waarden) en handen (handelen) centraal. Onderzoekers volgen zowel kinderen van scholen die meedoen aan het programma als kinderen die de lessen niet volgen. Er wordt door de onderzoekers gekeken naar de effecten op kennis, houding, waarden en het gedrag van kinderen. Uiteindelijk moet het onderzoek zorgen voor het versterken van de educatieve en maatschappelijke bijdrage van dierentuinen. Niet in de laatste plaats moet dat leiden tot kwalitatief hoogwaardige lesprogramma’s die aantoonbaar bijdragen aan de ecologische basisvorming van kinderen, zo schrijft de universiteit. 

Door: Redactie Nationale Onderwijsgids