Een dag na de aangekondigde algehele onderwijsstaking op 15 maart blijken de meningen verdeeld over het plan. Sommige politieke partijen kunnen zich helemaal vinden in het platleggen van het onderwijs. Andere partijen, en ook CNV Onderwijs, hebben minder begrip voor de actie. Dit melden Algemeen Dagblad en CNV Onderwijs.
NOG
CNV Onderwijs en deel politiek zetten vraagtekens bij brede onderwijsstaking
-Woensdagochtend werd bekend dat het Nederlandse onderwijs halverwege maart een actieweek houdt, die op vrijdag 15 maart eindigt met een staking in alle sectoren. Het is voor het eerst dat naast het basis- en voortgezet onderwijs ook het mbo, hbo en de universiteiten tegelijk actievoeren. De Algemene Onderwijsbond wil van het Rijk meer geld voor meer salaris en het verlichten van de werkdruk.
Voor GroenLinks is het vooral belangrijk dat alle onderwijssectoren nu samen actie gaan voeren. “Wij gaan voor minder werkdruk, terugdraaien van eerdere bezuinigingen en meer waardering. Dat moet gebeuren in het hele onderwijs," aldus Kamerlid Lisa van Westerveld. Ook de SP steunt de staking. De PvdA wijst op de vierdaagse schoolweek en het gebrek aan invallers. Een duidelijk signaal dat het onderwijs “dringend meer geld” nodig heeft, aldus de partij.
Kamerlid Paul van Meenen (D66) begrijpt dat er veel moet worden geïnvesteerd in het onderwijs, specifiek in leraren. Meer salaris en lagere werkdruk zijn belangrijke doelen. Of een staking dan een goed middel is, zegt hij niet.
De PVV vindt een staking niet op z’n plaats. Ouders zijn er weer de dupe van, en bovendien heeft het onderwijs niet meer geld nodig, het moet alleen evenrediger verdeeld worden, aldus de PVV.
Ook CNV Onderwijs zet vraagtekens bij de algehele onderwijsstaking. Staken is volgens voorzitter Loek Schueler een ultiem middel, dat je niet inzet tíjdens onderhandelingen. “Momenteel zit ik middenin de cao-onderhandelingen om meer geld te krijgen voor schoolleiders, leraren en ondersteuners in het primair onderwijs. Ik zie niet in waarom we ouders, studenten en leerlingen daar nu mee zouden belasten.”
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids