Leraren van achttien middelbare scholen vernieuwen samen het havo-onderwijs

Achttien middelbare scholen uit het midden en het oosten van het land werken sinds 2018 samen met hogeschool Saxion aan de vernieuwing van het havo-onderwijs. In het project ‘De havo van de toekomst’ onderzoeken leraren in speciale leerteams hoe ze hun onderwijs beter kunnen laten aansluiten op de behoeften van leerlingen. Het heeft onder andere al geleid tot een vakhavo, waarbij havoleerlingen op de vmbo-afdeling lessen techniek volgen. Dat meldt Leraar24.

De situatie op de havo was in Twente al jaren onderwerp van gesprek en onderzoek van de onderwijsinspectie bevestigde: het gaat niet goed met havoleerlingen. Leerlingen op de havo blijven vaak zitten, stromen af en hebben minder hoge slagingspercentages. Ook hebben ze meer moeite met de overstap naar vervolgonderwijs. Daarom begonnen Rectorenoverleg Stedenband en hogeschool Saxion drie jaar geleden het project De havo van de toekomst

Manier van lesgeven 

Marjan Weekhout is rector van het Twents Carmel College en lid van het dagelijks bestuur van de Rectoren Stedenband Twente. Ze legt uit waarom de scholen met dit project zijn gestart: “We voeren regelmatig gesprekken met Saxion en krijgen dan ook cijfers over onze voormalige havoleerlingen. We constateren steeds opnieuw dat ze het niet lekker doen: ze switchen vaak van studie en doen lang over hun opleiding. Langzaam kwamen we tot het inzicht dat het niet aan de leerlingen ligt, maar aan onze manier van lesgeven. Samen met Saxion zoeken we uit hoe we havoleerlingen evenveel mee kunnen geven als vmbo- en vwo-leerlingen, die over het algemeen wél een goede overstap maken naar  vervolgonderwijs.” 

Leerteams 

Arjan van Basten van hogeschool Saxion is programmamanager van ‘De havo van de toekomst’: “We zien dit als een maatschappelijk vraagstuk en daarom stellen we onze onderwijskennis en een onderwijsteam ter beschikking. De deelnemende middelbare scholen onderzoeken in leerteams waar ze hun onderwijs kunnen verbeteren en wij ondersteunen ze in dat leerproces.”

Marjan Weekhout: “De leerteams onderzoeken bijvoorbeeld of het curriculum van de havo wel voldoende aansluit op de belevingswereld van de leerling. Er wordt best veel theorie behandeld en daar worden havoleerlingen niet per definitie blij van. Dat merk je ook. Ze worden enthousiast van samenwerken, projectmatig werken en werken vanuit de inhoud. De groep havisten bestaat uit verschillende leerlingen. Sommigen zijn heel praktisch ingesteld en anderen kunnen net geen vwo aan. De diversiteit is groot en daarom moeten we bedenken hoe we die leerlingen het beste kunnen bedienen.” 

Cursus didactisch coachen 

De onderzoeksopzet inspireert de deelnemende leraren om breder te kijken naar hun onderwijs en manier van lesgeven. Dat gebeurt vanuit de literatuur, de expertise vanuit lectoraten en ook door met andere scholen in gesprek te gaan. Marjan Weekhout merkt dat haar collega’s enthousiast zijn, omdat ze zelf aan het roer staan. “Het helpt ook dat de randvoorwaarden goed geregeld zijn. Docenten worden vrijgeroosterd voor een aantal uren, ze worden begeleid door een coach van Saxion en hun leidinggevende steunt ze. Zo willen een aantal leraren van mijn school een cursus didactisch coachen volgen. Ik vind dat goed om te horen, vooral omdat die wens vanuit henzelf komt en niet door een leidinggevende wordt opgelegd.” 

Vakhavo 

De betrokken leraren proberen inzichten gelijk uit in de klas. Weekhout denkt dan ook dat het project nu al zijn vruchten afwerpt. Daarnaast is het Twents Carmel College gestart met een vakhavo, waarbij havoleerlingen op de vmbo-afdeling lessen techniek volgen. Ze maken bijvoorbeeld berekeningen voor wiskunde of doen onderzoek naar trekkracht. De theoretische vragen uit het curriculum worden inzichtelijk gemaakt in het technieklokaal. Leerlingen die mogen meedoen aan de vakhavo moeten gemotiveerd zijn en goede cijfers halen voor bepaalde vakken. Weekhout merkt dat sommige leerlingen uit zichzelf tekorten wegwerken, omdat ze zo graag willen deelnemen aan de vakhavo.  

Van Basten denkt dat de uitkomsten van het project waardevol zijn voor alle betrokken partijen, omdat het leidt tot een duurzame onderwijsontwikkeling. “Een trendwatcher legde ons tijdens een inspiratiedag uit welke behoeftes verschillende generaties door de jaren hebben gehad. Die behoeftes veranderen steeds, en vanuit het onderwijs moeten we blijven aansluiten op die veranderingen, blijven kijken naar wat leerlingen nodig hebben. Dat vraagt behoorlijk wat van leraren en daarom is een ontwikkelgerichte houding zo belangrijk. Als we die houding bij een grote groep docenten kunnen aanleren, is dat een mooie prestatie.”  

Door: Nationale Onderwijsgids