Meer dan de helft van het onderwijspersoneel gaat naar verwachting de komende verkiezingen op een andere partij stemmen dan de vorige keer. En vooral D66 moet het daarbij ontgelden, blijkt uit een enquête van de Algemene Onderwijsbond. Waar zo'n 23 procent van de leden van de AOb in 2021 op D66 had gestemd, overweegt nu minder dan 4 procent op deze partij te stemmen.
De enquête van de AOb is eerder deze maand uitgezet. Die is door ruim 7000 leden ingevuld. Het gaat om mensen die werken in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs.
Onvrede over kabinetsbeleid
Waren de verwachting na vooral de winst van D66 bij de vorige verkiezingen hoog gespannen, nu is het onderwijs minder enthousiast. Vooral vanwege onvrede over het kabinetsbeleid. "D66 heeft de mond vol van onderwijs, maar bakt er bitter weinig van", laat een docent uit het voortgezet onderwijs aan de AOb weten. Een zwevende onderwijsmedewerker zegt teleurgesteld te zijn "over de roeptoeters en de people pleasers die van alles zeggen maar niks doen".
Top 3
GroenLinks-PvdA is het populairst onder het onderwijspersoneel. Bijna een derde (32 procent) van de AOb-leden zegt daarop te gaan stemmen. Nieuwkomer NSC van Pieter Omtzigt volgt op de tweede plaats met 11 procent. Daarna volgt Partij voor de Dieren (5 procent).
Volgens de AOb moeten alle coalitiepartijen inleveren. Op de VVD stemde in 2021 7,8 procent van de leden, nu overweegt 4 procent dat. Ruim een kwart is nog zwevend.
Laag rapportcijfer
Het onderwijsbeleid van het huidige kabinet krijgt van de leden een 4,3 als rapportcijfer. Demissionair minister Robbert Dijkgraaf (D66) van Onderwijs krijgt een 5,3, de afgetreden minister Dennis Wiersma (VVD) voor Primair en Voortgezet Onderwijs een 4,7 en zijn opvolger Mariëlle Paul (VVD) een 4,6.
Door: ANP