Thaise leerkrachten stoppen 's ochtends niet alleen handboeken en notities in hun tas. Velen nemen ook een pistool mee naar school, zo meldt de Belgische krant De Gazet van Antwerpen.
'Ongeveer 70 procent van alle leerkrachten in Narathiwat draagt een pistool', zegt Sanguan Inrak, voorzitter van de leerkrachtenvereniging van de zuidelijke provincie Narathiwat. De naburige provincies Pattani en Yala, aan de Thais-Maleisische grens, zien een gelijkaardige tendens.
Thailand heeft een boeddhistische meerderheid, maar in het zuiden van het land vormen etnisch-Maleise moslims de meerderheid. Het geweld tussen moslimrebellen en het leger laat er ook in de scholen diepe sporen na.
Sinds de huidige golf van geweld begon, in januari 2004, vonden al 330 aanvallen op openbare scholen plaats. Daarbij werden 137 leerkrachten en 19 andere werknemers gedood en raakten 103 leerkrachten en 19 andere medewerkers gewond, zeggen Thaise en internationale onderzoekers.
Boeddhistische overheersing
In het nu bijna zeven jaar durende conflict zijn al meer dan 4.300 doden en 11.000 gewonden gevallen. De meeste doden vallen bij de Maleise burgerbevolking. Maar de slachtoffers op de scholen zijn overwegend boeddhistisch, zegt Bede Sheppard van mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW). De openbare scholen worden door de rebellen beschouwd als symbolen van de politieke en culturele overheersing van de boeddhistische Thaise staat.
In een poging om de aanvallen op leerkrachten in te dammen bewaakt het leger de wegen die de leerkrachten gebruiken. Het leger moet daarvoor meer dan de helft van zijn zuidelijke troepen inzetten.
Wereldwijd is het aantal aanvallen op scholen, leerlingen en leerkrachten in korte tijd bijna verdrievoudigd, van 242 in 2007 naar 670 in 2008, volgens cijfers van de VN-onderwijsorganisatie Unesco. Thailand blijkt een van de gevaarlijkste landen te zijn om les te geven, samen met Colombia, Irak en Nepal.