Het nog te vormen kabinet Rutte-Verhagen heeft het conceptregeerakkoord gepresenteerd. Daarin staat onder meer dat niet wordt getornd aan artikel 23 over de vrijheid van onderwijs, dat onderwijskwaliteit voorop staat en dat er in het onderwijs prestatiebeloning komt.

Rutte-Verhagen wil op de post onderwijs voor in totaal 1,45 miljard euro aan ombuigingen doorvoeren, zo meldt VOS/ABB, de vereniging van openbare en algemeen toegankelijke scholen.

Het hoofdstuk onderwijs van het conceptregeerakkoord, dat donderdag is gepubliceerd, begint met de mededeling dat Nederland de ambitie moet hebben om tot de internationale top-5 van kenniseconomieën te behoren. Onderwijskwaliteit staat voorop en ‘presteren is geen vies woord meer'. Iedereen die bij het onderwijs is betrokken, moet ervoor zorgen dat de lat omhoog gaat.

Ook vermeldt het concept dat iedere leerling meetelt, onafhankelijk van het intelligentieniveau en de opleiding die hij of zij volgt.

Vrijheid van onderwijs
In het conceptregeerakkoord staat verder dat er aan de vrijheid van onderwijs (artikel 23 van de Grondwet) niet wordt getornd. Opmerkelijk is dat CDA-leider Maxime Verhagen in het kader van godsdienstvrijheid heeft gezegd dat die ook geldt voor mensen die de islam aanhangen.

Het lijkt erop dat deze mededeling met zich meebrengt dat artikel 23 ook blijft gelden voor moslims, hetgeen de PVV van Geert Wilders, die gedoogsteun aan het nog te vormen kabinet wil geven, in het verkiezingsprogramma nadrukkelijk had uitgesloten.

In het verlengde van het bovenstaande, meldt het conceptregeerakkoord dat bij de beoordeling zwaar gaat wegen hoe scholen aandacht geven aan integratie. Scholen worden gestimuleerd contracten te sluiten met ouders over bijvoorbeeld het meedoen aan oudergesprekken, tegengaan van verzuim en spijbelen, fatsoenlijk gedrag en het spreken van Nederlands op school.

Deze maatregelen zijn gericht op alle onderwijsorganisaties, maar gezien eerdere kritiek van met name de PVV vooral op islamitische scholen.

Passend onderwijs gekort
Bij de 1,45 miljard euro aan ombuigingen staat de invoering van passend onderwijs vermeld. Daar zal 300 miljoen euro op worden bezuinigd. Om te voorkomen dat hierdoor meer gebruik zal worden gemaakt van leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) en praktijkonderwijs (PRO) worden deze sectoren tevens gebudgetteerd.

Andere bezuinigingsposten zijn de gewichtenregeling (50 miljoen), vermindering van het aantal profielen in havo en vwo (50 miljoen) en vereenvoudiging van het bekostigingsmodel in het voortgezet onderwijs (60 miljoen).

Het kabinet Rutte-Verhagen wil ook bezuinigen op adviesraden en andere instituten, omdat die, zo staat impliciet vermeld, alleen maar te veel bestuurlijke drukte veroorzaken. Deze bezuiniging van 20 miljoen euro zou niet ten koste mogen gaan van de kwaliteit van het primaire proces.

Puntsgewijs bevat het concept regeerakkoord de volgende plannen op het gebied van onderwijs:

  • Kinderen met een grote taalachterstand gaan met dwang en drang deelnemen aan vroeg- en voorschoolse educatie;
  • Ouders zijn mede verantwoordelijk (ook financieel) voor de taalontwikkeling van hun kinderen;
  • De keuze voor pakket, loopbaan of studie wordt vereenvoudigd, onder meer door doorlopende leerlijnen, het volgen van lessen en colleges in vervolgonderwijs en studiekeuzegesprekken;
  • Er komen verplichte leerlingvolgsystemen met uniforme toetsen in het primair en voortgezet onderwijs;
  • Scholen gaan roosters zonder tussenuren maken en voorkomen lesuitval;
  • Het aantal voortijdig schoolverlaters wordt door het programma ‘Aanval op de uitval' teruggebracht tot hoogstens 25.000;
  • Het kabinet komt met een actieplan tegen laaggeletterdheid.
  • De toegevoegde waarde (leerwinst) gaat zwaarder wegen bij de beoordeling van scholen en instellingen, waarbij scholen ook het predicaat excellent kunnen verdienen;
  • Het programma LeerKracht van Nederland, het actieplan om het lerarentekort aan te pakken en de kwaliteit en positie van leraren te versterken, wordt voortgezet;
  • Er komt meer ruimte voor prestatiebeloning, zowel van personen als van teams;
  • De kwaliteitsverhoging van de lerarenopleiding wordt voortgezet; In de pabo komt differentiatie, die leidt tot een brede bevoegdheid voor de hele basisschool en een specifieke bekwaamheid voor het jongere of oudere kind;
  • Binnen een jaar komt de sector met een beroepsregister, waarbij de inschrijving is gekoppeld aan een periodieke bijscholingsvereiste.