Het regeerakkoord wordt gedomineerd door economisch denken over onderwijs. Onderwijs mag niet alleen maar gezien worden als instrument voor de kenniseconomie. Dat vindt de Besturenraad, de organisatie die 2200 scholen en 800.000 leerlingen vertegenwoordigt in het christelijk onderwijs.

De christelijke scholen onderschrijven de noodzaak om goede onderwijskwaliteit te leveren, maar vrezen een afrekencultuur die ten koste gaat van de vorming van leerlingen en studenten. Onderwijs is meer dan taal en rekenen en kennisoverdracht, het gaat er juist ook om ieder kind voor te bereiden op het innemen van zijn plek in de maatschappij.

Zorg voor maatwerk
Het is goed dat de regering werk blijft maken van het aanpakken van zwakke en zeer zwakke scholen. Het christelijk onderwijs is altijd aanspreekbaar op de doorgaans hoge kwaliteit. Dat zeer zwakke scholen binnen een jaar alles op de rails hebben is echter een illusie van maakbaarheid - maatwerk is nodig om te beoordelen welke tijdsduur reëel is om als school een positief oordeel te krijgen.

Instrument van de kenniseconomie
Het regeerakkoord bevat in de onderwijsparagraaf diverse passages die het economisch denken als maatstaf nemen en niet het kind centraal stellen. De nieuwe regering maakt onderwijs een instrument van de kenniseconomie - dit is een te eenzijdige visie.

‘Drang en dwang‘ vindt de Besturenraad niet de juiste manier om jonge kinderen met een taalachterstand op de voorschoolse opvang en educatie te krijgen. Het is weliswaar goed dat oudercontracten worden gestimuleerd, waarmee expliciet de verantwoordelijkheid van ouders voor de opvoeding van hun eigen kinderen wordt benadrukt. Maar ook hier geldt dat dwang niet werkt.

Vrijheid van onderwijs fundamenteel
Het christelijk onderwijs ziet ook positieve punten. Positief vinden wij het terugdringen van de bureaucratie: de Besturenraad verwacht dat dit betekent dat scholen met minder ambtenarij, minder papierwerk en minder complexe regelgeving te maken krijgen. Ook waarderert de organisatie de nadruk op doorlopende leerlijnen, zodat het hokjesdenken tussen sectoren vermindert.

Met instemming neemt de Besturenraad kennis van het feit dat in de inleiding van het regeerakkoord meldt dat de vrijheid van onderwijs behoort tot het fundament van de constitutie. Het christelijk onderwijs juicht ook toe dat het rapport LeerKracht (Rinnooy Kan) en het rapport van de commissie Toekomstbestendigheid hoger onderwijs (commissie Veerman) uitgevoerd gaan worden.