Het op 28 oktober gepubliceerde salarisonderzoek van de Algemene Onderwijsbond (AOb) heeft vorige week tot de nodige publiciteit geleid. Mede naar aanleiding van de discussie die hierdoor is ontstaan, heeft de Vereniging van Toezichthouders in OnderwijsInstellingen (VTOI) besloten een aantal concrete stappen te ondernemen.
Het genoemde overzicht laat 29 onderwijsinstellingen zien, waaronder alle Universiteiten en daarnaast 6 instellingen uit de MBO- en 11 uit de HBO sector. Zowel de MBO- (2006) als HBO-sector (2007) hebben zelf een eigen salarisregeling vastgesteld met de 'Balkenendenorm' als maximum. Toch blijkt dat in een aantal gevallen die norm (fors) wordt overschreden.
Onduidelijk blijft in het AOb-overzicht in hoeverre er sprake is van 'verworven rechten' (bestuurders die voor 2007 benoemd zijn) dan wel van een extra eenmalige uitkering in verband met bijzondere prestaties of een vertrekregeling.
De VTOI zal daarom vanuit haar eigen verantwoordelijkheid de betreffende Raden van Toezicht uitnodigen en in een gesprek met hen nagaan welke omstandigheden ertoe hebben geleid om af te wijken van de eigen beloningsleidraad van het MBO en Hoger Onderwijs. Samen met de betrokken instellingen zal de VTOI bespreken hoe te komen tot een verantwoord beloningsbeleid.
De VTOI vindt het overigens ook van belang, erop te wijzen dat het PO en VO in dit overzicht ontbreken. Daarmee wordt duidelijk dat de onderwijsinstellingen in deze twee sectoren zich aan de afgesproken richtlijnen houden. Ook dat is van belang om te vermelden.
Met ingang van augustus 2011 gaat er in het PO en VO iets veranderen. Ingevolge de nieuwe Wet 'goed onderwijs goed bestuur' (2010) vallen de salarissen van de bestuurders in deze sectoren voortaan onder de CAO. Vooruitlopend hierop zal de VTOI met Raden van Toezicht van de grootste schoolbesturen uit PO en VO in gesprek gaan om de consequenties van deze nieuwe wet te bespreken.
VTOI is met ruim 900 leden het grootste landelijke netwerk van toezichthouders uit alle sectoren van het onderwijs.