Dit zijn enkele belangrijke conclusies in het Jaarboek onderwijs in cijfers 2010 dat vandaag verschijnt. Hierin heeft het CBS een aantal belangrijke feiten en ontwikkelingen binnen het onderwijs op een rij gezet.
Kwart van voortijdig schoolverlaters later toch weer naar school
Ongeveer een kwart van de leerlingen die voortijdig het onderwijs verlieten, ging in de jaren daarna toch weer naar school. Een deel van hen zal dus alsnog een startkwalificatie halen.
De afgelopen jaren is de voortijdige schooluitval gestaag gedaald. In 2008/'09 verlieten 43 duizend jongeren tot 23 jaar het onderwijs zonder startkwalificatie.Vier jaar eerder waren dat er nog 55 duizend.
Veel herintreders in de beroepsbegeleidende leerweg van het mbo
In 2008/'09 kwam meer dan de helft van de instromers in de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) van het middelbaar beroepsonderwijs van buiten het onderwijs. Velen hadden het jaar daarvoor een baan, een veel kleiner deel ontving een uitkering. Twee derde van deze herintreders was 30 jaar of ouder.
Van de instromers in de beroepsopleidende leerweg (bol) zat het overgrote deel het voorafgaande jaar op school.
Onderwijsuitgaven als % bbp stijgen sterk tijdens economische crisis
In 2009 hebben overheid, huishoudens, bedrijven en internationale organisaties bijna 38 miljard euro uitgegeven aan onderwijs. Dit was 6,6 procent van het bruto binnenlands product (bbp), het hoogste percentage sinds 1995. Dit percentage is het resultaat van hogere uitgaven aan onderwijs en een sterke daling van het bbp als gevolg van de economische crisis.
Thuistaal van invloed op schoolprestaties in basisonderwijs
Leerlingen met een niet-westers allochtone achtergrond die thuis geen Nederlands spreken scoren veel lager op de Eindtoets Basisonderwijs van Cito dan leerlingen die thuis wel Nederlands spreken. De verschillen zijn vooral groot op het onderdeel taal, maar leerlingen die thuis geen Nederlands spreken doen het ook minder goed op het onderdeel rekenen/wiskunde.
Opmerkelijke verschuivingen in profielkeuze op havo en vwo
Op de havo is het profiel cultuur en maatschappij sterk in populariteit gedaald. Sinds de invoering van de vernieuwde tweede fase zijn wiskunde en economie geen verplichte vakken meer in dit profiel. Aangezien één van beide vakken voor veel hbo-studies een vereiste is, kiezen havisten de laatste twee jaar eerder voor het profiel economie en maatschappij.
Op het vwo kiezen steeds meer leerlingen voor een combinatie van profielen. Vooral het profiel natuur en techniek wordt vaak gecombineerd met het profiel natuur en gezondheid. Inmiddels kiest meer dan 50 procent van de vwo'ers voor een natuurprofiel.
Vooral steeds meer hoogopgeleide vrouwen
In 2009/'10 stond een recordaantal studenten ingeschreven in het hoger onderwijs: 403 duizend in het hbo en 233 duizend in het wo. Tegelijkertijd steeg in het voortgezet onderwijs het aandeel havisten en vwo'ers. Door de toegenomen deelname aan het hoger onderwijs kent Nederland steeds meer hoogopgeleide jonge mensen.
Met name jonge vrouwen zijn steeds hoger opgeleid. In 1999 had 27 procent van de 25- tot 35-jarige vrouwen een hbo- of wo-diploma. In 2009 was dit 42 procent. Bij mannen van deze leeftijd is het aandeel hoger opgeleiden in tien jaar gestegen van 27 tot 35 procent in 2009.