'Achmed mag al blij zijn met een zes want die kan het toch niet.' Sommige leerkrachten verwachten weinig van hun allochtone leerlingen. Dat is vaak niet terecht, maar het beïnvloedt wel hun prestaties, in negatieve zin.

Vooroordelen van meester of juf hebben effect op de prestaties van leerlingen. Dit geldt voor allochtone leerlingen, maar bijvoorbeeld ook voor leerlingen met leerproblemen zoals dyslexie.

Dit blijkt uit onderzoek van het Behavioral Science Institute van de Radboud Universiteit Nijmegen. De resultaten zijn gepubliceerd in het American Educational Research Journal en in het Journal of Learning Disabilities.

Het onderzoek
Het onderzoek over houdingen ten opzichte van allochtone leerlingen is gehouden onder 41 basisschoolleerkrachten. In totaal zijn er oordelen over 434 scholieren met een Nederlandse, Turkse of Marokkaanse achtergrond in het onderzoek betrokken.

In het onderzoek over houdingen ten opzichte van leerlingen met dyslexie, constateerden de onderzoekers een vergelijkbaar effect. Leerlingen met dyslexie, die les kregen van een leraar met vooroordelen over leerlingen met dyslexie, presteerden minder goed op gebied van spelling dan leeftijdgenootjes met een minder bevooroordeelde leraar.

Impliciete reacties gemeten
Voor het eerst zijn vooroordelen van leerkrachten gemeten met impliciete taken; een impliciete associatietest (IAT) en een priming taak. Dit zijn computertaken waarmee via het meten van de reactiesnelheid een houding vastgesteld kan worden. En dat levert een realistischer beeld dan de antwoorden op vragenlijsten, waarbij de kans op sociaal gewenste antwoorden groot is.

De leerkrachten deden de associatietest en beantwoordden daarnaast vragen over hun verwachtingen van individuele leerlingen. Verder keken de onderzoekers of de vooroordelen van leerkrachten samenhingen met de Cito-scores van de leerlingen.

Bevooroordeelde leerkrachten oordelen negatiever
Leerkrachten hebben over het algemeen lagere verwachtingen van allochtone leerlingen. Deze groep leerlingen doet het feitelijk ook minder goed op school dan hun autochtone leeftijdgenoten, bijvoorbeeld vanwege een taalachterstand.

Leerkrachten verschillen echter in de mate waarin ze lagere verwachtingen hebben van allochtone leerlingen. Uit dit onderzoek is gebleken dat de verwachtingen van allochtone leerlingen vooral lager zijn bij leerkrachten met sterkere vooroordelen.

Dit was terug te zien in de leerprestaties van de leerlingen; hoewel allochtone leerlingen in alle groepen gemiddeld lagere Cito-scores halen dan autochtone leeftijdgenootjes, is het verschil groter naarmate de leerkracht negatiever staat tegenover allochtonen. Een vergelijkbaar effect werd ook gevonden voor leerlingen met dyslexie.