De Educatieve Minor is een goede manier om meer academisch geschoolde leraren te realiseren. Scholen zijn tevreden over het niveau van de studenten die de Educatieve Minor hebben gevolgd.

Ook de interesse van studenten om na de educatieve minor een lerarenopleiding te volgen is groot. Ruim tweederde van de studenten wil na afloop van de minor doorstromen naar de eerstegraads opleiding.

Dit blijkt uit het evaluatierapport van het startjaar Educatieve Minor die de VSNU vandaag aan staatssecretaris Zijlstra bij de Universiteit Utrecht aanbood.

Daarna reikte de staatssecretaris een aantal certificaten uit aan studenten van de Universiteit Utrecht die de educatieve minor onlangs met goed gevolg hebben afgerond.

Er was onder andere een paneldiscussie met Halbe Zijlstra, staatssecretaris OCW, Sijbolt Noorda, voorzitter VSNU, Dirck van Bennekom, bestuurslid VO-raad en Yvonne van Rooy, voorzitter van het College van Bestuur van de Universiteit Utrecht.

De educatieve minor is een van de maatregelen waarmee universiteiten het lerarentekort bestrijden en het aantal (eerstegraads) academisch opgeleide leraren vergroten. Afgestudeerde bachelor studenten krijgen, als zij tijdens hun studie een zogenaamde educatieve minor halen, de bevoegdheid les te geven op vmbo/tl en de eerste drie jaren van havo en vwo.

Ruim 300 studenten begonnen in het startjaar 2009/10 aan de educatieve minor, waarvan 85% de minor met succes heeft afgerond. Studenten zijn enthousiast over de inhoud en begeleiding en geven de minor een goede 7.

Ook scholen zijn tevreden. Vooral op vakinhoud scoren de studenten unaniem hoog: zij beheersen hun vak. Pedagogisch-didactisch is nog wel wat winst te behalen, vinden zowel de studenten als hun begeleiders.