(Novum) - Het opleidingsniveau van leraren in het voortgezet onderwijs moet beter. Ze zouden verplicht bij- en nageschoold moeten worden en nieuwe leraren zouden een masteropleiding moeten hebben gevolgd. Dat zegt de Onderwijsraad in een rapport dat maandag werd aangeboden aan minister van Onderwijs Marja van Bijsterveldt (CDA).
Het opleidingsniveau van Nederlandse leraren daalt, terwijl het internationaal gezien huist toeneemt. Nederlandse leraren moeten beter zijn opgeleid om de leerprestaties te verbeteren, stelt de Onderwijsraad.
Nieuwe leraren met een bacheloropleiding zouden een startkwalificatie moeten krijgen om te mogen lesgeven. Ze moeten dan wel binnen vijf jaar hun master halen. Als dat niet gebeurt, komt de lesbevoegdheid wat de Onderwijsraad betreft te vervallen. Dat geldt ook voor leraren die hun bij- of nascholingsverplichting niet nakomen.
De Onderwijsraad wil ook dat leerlingen aan het einde van het tweede leerjaar worden getoetst om hun vorderingen voor de vakken Engels, Nederlands en wiskunde in kaart te brengen. Als dat ondermaats blijkt kan het onderwijsprogramma worden bijgesteld.
De Algemene Onderwijsbond (AOb) is blij met het voorstel dat leraren op masterniveau opgeleid zouden moeten zijn. "De Onderwijsraad heeft goed gezien dat het opleidingsniveau van leraren de sleutel is voor goed onderwijs", zegt AOb-voorzitter Ton Rolvink.
De Onderwijsraad is volgens Rolvink nog wel 'vaag' over de financiering van de masteropleidingen. "Wanneer de overheid eist van een jonge docent dat die zich naast zijn werk in vijf jaar opschoolt tot master, is het wat ons betreft simpel. De betaling van de opleiding en de noodzakelijke studietijd komen wat de AOb betreft voor de rekening van de werkgever en de overheid."