In het basisonderwijs is het aandeel leraren met een hoger salaris het afgelopen jaar verviervoudigd. In het voortgezet onderwijs zit inmiddels een kwart van de leraren in een hogere salarisschaal, zo meldt de Rijksoverheid.
Dit blijkt uit de voortgangsrapportage Actieplan Leerkracht van Nederland die staatssecretaris Zijlstra naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Het Actieplan Leerkracht van Nederland is gericht op het aanpakken van het lerarentekort en het versterken van de kwaliteit en de positie van leraren. De extra investering in het onderwijspersoneel in 2011 is € 700 miljoen.
Dit bedrag is beschikbaar voor een betere beloning, meer carrièrekansen en scholingsmogelijkheden. Alleen al in het primair en voortgezet onderwijs is er financiële ruimte om 55.000 mensen naar een hogere salarisschaal te promoveren.
Voor het basisonderwijs is in 2011 € 201 miljoen euro beschikbaar. Op dit moment zit bijna zeven procent van de leraren in een hogere salarisschaal. De doelstelling is dat in 2014 dat aandeel gegroeid is naar 40 procent.
Voor het voortgezet, het middelbaar en het hoger onderwijs zijn respectievelijk € 220, € 80 en € 28 miljoen beschikbaar. "Leraren moeten loon naar werken kunnen krijgen. Goed presterende leraren worden kunnen hiermee structureel beloond worden met een hogere schaal," zegt staatssecretaris Zijlstra.
Uit de voortgangsrapportage blijkt verder dat leraren ruimschoots gebruik maken van de lerarenbeurs voor het volgen van een masteropleiding. Sinds 2008 zijn bijna 19 duizend lerarenbeurzen toegekend.
Ook groeit de belangstelling voor het leraarschap onder academici: in 2010 hebben 253 afgestudeerde academici zich aangemeld voor het project ‘Eerst de Klas', een gezamenlijk initiatief van onderwijs, bedrijfsleven en overheid om hoger opgeleiden voor de klas te krijgen. Dat is tweemaal zoveel als in 2010.