Minister Van Bijsterveldt en staatssecretaris Zijlstra (Onderwijs) willen toe naar een ambitieuze leercultuur en hogere prestaties van alle leerlingen, zo meldt de Rijksoverheid.
"Steeds meer scholen zetten wezenlijke stappen om het talent van hun leerlingen ten volle te benutten. Dat gunnen wij alle leerlingen en alle scholen. Daarom gaan we samen met scholen die resultaatgerichte cultuur verder stimuleren".
Met de actieplannen voor het basisonderwijs (Basis voor Presteren), voortgezet onderwijs (Beter Presteren) en leraren voor alle onderwijssectoren (Leraar 2020 - Een krachtig beroep!) zetten de bewindspersonen in op opbrengstgericht werken, bevorderen van excellentie en meer aandacht voor hoogbegaafdheid. Bekwame leraren en schoolleiders die verschil kunnen maken in de ontwikkeling van kinderen zijn hierbij cruciaal.
Opbrengstgericht werken
In het onderwijs is steeds meer aandacht voor opbrengstgericht werken waarbij leraren de vorderingen van leerlingen systematisch volgen en verbeteren. De inzet is daarom dat in 2015 60 procent van de basisscholen en 50 procent van de middelbare scholen opbrengstgericht werken. Nu is dat nog ca. 30 procent in het basisonderwijs en ca. 20% in het voortgezet onderwijs.
Om opbrengstgericht werken te bevorderen voert het voortgezet onderwijs vanaf schooljaar 2014/2015 een diagnostische toets voor Nederlands, Engels en wiskunde/rekenen aan het eind van de onderbouw in. Naast de verplichte landelijke eindtoets in het basisonderwijs vanaf 2013 krijgen alle basis- en middelbare scholen de wettelijke verplichting een leerlingvolgsysteem te gebruiken.
Ook treden deze kabinetsperiode de referentieniveaus en de verscherpte exameneisen in werking. De toegevoegde waarde, de leerwinst van een school, wordt belangrijker voor de beoordeling van de inspectie.
Leraren en schoolleiders
"Leraren en schoolleiders zijn cruciaal voor hoge prestaties van leerlingen. Ik wil daarom streven naar een verhoging van het opleidingsniveau van leraren en stimuleren dat leraren zich continu ontwikkelen", aldus Zijlstra. Het aantal masteropgeleide leraren moet substantieel omhoog.
Daarnaast zorgen de lerarenopleidingen er samen voor dat zij goede leraren opleiden. Ze leggen de vereiste vakkennis vast in kennisbases per vak, studenten leggen landelijk ontwikkelde toetsen af en op de lerarenopleidingen basisonderwijs komt een specialisatie jonge kind/oudere kind.
Er is 150 miljoen beschikbaar voor verdere professionalisering van zittende leraren, schoolleiders, middenmanagement en voor de kwaliteitsverbetering van de lerarenopleidingen. Voor het basis- en voortgezet onderwijs is een van de doelen dat in 2016 alle leraren opbrengstgericht werken en goed kunnen omgaan met verschillen van leerlingen in de klas. Voor het middelbaar beroepsonderwijs staat teamgerichte professionalisering centraal.
Om de kwaliteit van leraren te waarborgen registeren leraren in het basis-, voortgezet en beroepsonderwijs zich als bekwame leraar in een beroepsregister. Met de inschrijving verplichten zij zich tot nascholing. Ook gaan scholen structureel gebruik maken van peer review. Daarbij kijken leraren en schoolleiders bij andere scholen en spreken elkaar aan op de kwaliteit en de verbetering daarvan.
Excellentie
Basis- en middelbare scholen waar leerlingen uitmuntend onderwijs krijgen, kunnen vanaf 2012 het predicaat "excellent" verdienen. "Scholen die leerlingen elke dag uitdagen en het beste uit leerlingen weten te halen, moeten daar erkenning voor kunnen krijgen. Deze scholen hebben een echte meerwaarde waar leerlingen hun hele verdere leven de vruchten van zullen plukken", aldus minister Van Bijsterveldt.
Het kabinet investeert 30 miljoen euro in een excellentieprogramma voor de 20 procent best presterende leerlingen op de basisschool en het vwo. Ook voor leraren geldt dat bijzondere prestaties moeten worden benoemd en beloond. Dit najaar starten experimenten met prestatiebeloning om in overleg met scholen te onderzoeken wat het beste werkt.
Meer ruimte voor scholen
De overheid biedt met de actieplannen meer helderheid over ‘wat' van scholen wordt verwacht. Scholen krijgen meer ruimte om in te vullen ‘hoe' ze aan de verwachtingen gaan voldoen. Door onnodige belemmeringen in wet en regelgeving weg te nemen en bureaucratische lasten te verminderen, kunnen scholen zich richten op hun kerntaak: goed onderwijs verzorgen.