Logo_lsvb_logo

De kansenongelijkheid in het onderwijs groeit. Dat blijkt uit de vandaag gepubliceerde ‘Staat van het Onderwijs’, een jaarlijks rapport van de Inspectie van het Onderwijs. De Inspectie wijst weliswaar op de hoge kwaliteit van het onderwijs, maar waarschuwt nadrukkelijk voor de groeiende ongelijkheid. Een van de meest schokkende resultaten is dat kinderen van laagopgeleide ouders veel minder vaak instromen in het hoger onderwijs dan even slimme kinderen met hoogopgeleide ouders. De Landelijke Studentenvakbond (LSVb) is verontwaardigd over de onderzoeksresultaten. Dit meldt de LSVb.

“Het Nederlandse hoger onderwijs is er voor iedereen en we moeten als samenleving de verantwoordelijkheid nemen om het hoger onderwijs ook voor iedereen toegankelijk te houden”, reageert voorzitter Stefan Wirken. Uit de onderzoeksgroep met kinderen van hetzelfde IQ haalt 55 procent van de kinderen met hoogopgeleide ouders een hbo- of wo-diploma, tegenover 26 procent  van de kinderen van de laagopgeleide ouders. Even slimme kinderen eindigen dus op hele verschillende plekken. De studentenvakbond waarschuwt al langer voor een groeiende ongelijkheid in het hoger onderwijs.

De onderzoeksresultaten komen uit 2013. De LSVb verwacht dat de ongelijkheid sindsdien alleen maar verder is toegenomen en zal toenemen. Sinds dit jaar is het leenstelsel namelijk ingevoerd en zijn hogescholen en universiteiten meer gaan selecteren. Dit jaar alleen al zijn er 8400 minder studenten in het hbo gaan studeren. In de duurste stad voor studenten om te wonen, Amsterdam, is de daling relatief nog veel groter. “Het onderzoek toont des te meer hoe gevaarlijk maatregelen als het leenstelsel en selectie zijn”, aldus Wirken. De Inspectie van het Onderwijs biedt het rapport vandaag aan minister Bussemaker aan. De LSVb meldt dat het zich zal blijven inzetten voor de brede toegankelijkheid van het hoger onderwijs.

© Nationale Onderwijsgids