Rijksoverheid maakte vanmorgen bekend dat het aantal eerstejaars studenten in het hoger onderwijs flink is gestegen. De Vereniging Hogescholen vindt de toename van studenten echter nog minimaal en maakt zich zorgen over de laag blijvende instroom van vwo'ers. De VSNU is blij met de verhoogde toestroom van eerstejaars, maar wordt hierdoor wel tijdelijk met een extra kostenplaatje geconfronteerd. Dit melden Vereniging Hogescholen en de VSNU.
Volgens voorzitter Thom de Graaf van de Vereniging Hogescholen, blijft de groei van eerstejaars studenten nog achter op de forse krimp van vorig jaar. Het aantal nieuwe hbo'ers steeg in het schooljaar 2017/2017 weliswaar met 5,1 procent, maar het niveau van de instroom is nog steeds lager dan in de jaren voor de invoering van het leenstelsel. De instroom vanuit de havo en het mbo trekt wel weer aan. Leerlingen van het vwo weten het hoger beroepsonderwijs echter nog niet te vinden. De instroom van vwo-studenten in het hbo neemt al sinds 2013 af. “Een zorgelijke ontwikkeling”, aldus Thom de Graaf.
Uit een analyse van de VSNU blijkt dat de grootste groei over vijf jaar te zien is bij Techniek (ruim 24 procent) en Natuur (bijna 22 procent). Ook populair zijn Landbouw en Sectoroverstijgende studies, die bestaan uit de University Colleges en andere brede opleidingen. De enige sector waarin een afname van studenten te constateren is, is Taal & Cultuur (-2,5 procent). In absolute aantallen zijn Gedrag & Maatschappij en Economie de populairste richtingen.
De populariteit van de universiteiten leidt wel tot een financieel probleem. Het ministerie van onderwijs heeft de instroom van studenten vooraf een stuk lager ingeschat met een groei van 0,1 procent. Dat betekent dat universiteiten pas later voor de volledige groei bekostigd worden en deze tussenperiode zelf moeten overbruggen.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids
