Normal_po__kov__docent__leraar__leerkracht__leerlingen__les__uitleg

Het oudste deel van het Pedagogisch kader (PeKa 0-4 jaar) is het meest bekend onder pedagogisch medewerkers (pm'ers), maar wordt maar door weinig pm'ers gebruikt. Wanneer het kader wel gebruikt wordt is dit maar heel incidenteel. Dat blijkt uit de uitkomsten van de enquête van Stichting BKK over het Pedagogisch kader en de kwaliteitsvisie onder pedagogisch medewerkers en gastouders. Dat meldt Stichting BKK.

PeKa zou verder ontwikkeld moeten worden, geeft een groot deel van de respondenten aan. Zo zou het kader digitaal moeten en willen de pm'ers er meer les in. “Doorontwikkeling van het Pedagogisch kader is dus nodig en zinvol en zal zich vooral moeten richten op het toegankelijker maken van de rijke informatie die het Pedagogisch kader te bieden heeft. Daarbij zou een online zoek-database een mogelijk handige toepassing kunnen zijn”, aldus Stichting BKK.

Veel pm'ers blijken niet bekend te zijn met de kwaliteitsvisie. Een groot percentage van de respondenten vulden deze vragen namelijk niet in. De pm'ers die de vragen wel invulden geven verschillende aanbevelingen, bijvoorbeeld het onderscheid naar twee ambitieniveaus, variatie in structurele kwaliteitseisen en de eis betreffende het vereiste opleidingsniveau. Ook blijken de pm'ers wisselend te denken over de noodzaak van 'coaching on the job' en het naar buiten toe verantwoorden van de kwaliteit.

De stichting geeft aan de hand van de uitkomsten aan het Pedagogisch kader toegankelijker te willen maken voor pm'ers en het veld. BKK wil daarbij de verankering van het Pedagogisch kader bij het management en de pedagogische coaches borgen. Verder trekt de stichting de conclusie dat de communicatie en samenwerking met pm'ers omtrent de kwaliteitsvisie meer aandacht verdient. Hierover gaat BKK in 2016 meerdere bijeenkomsten organiseren.

In het najaar van 2015 heeft de stichting een online enquête uitgezet. In totaal waren er 546 respondenten. Driekwart daarvan heeft al meer dan zeven jaar werkervaring in de kinderopvang. 36 procent van de respondenten is werkzaam als gastouder. De meerderheid heeft een mbo vakopleiding gevolgd.

© Nationale Onderwijsgids