Van Meenen ziet liever dat mbo-instellingen de ruimte krijgen om hun opleidingen optimaal in te richten. Een verplicht minimum aantal uren dat vanuit Den Haag wordt opgelegd, stimuleert dat volgens hem niet. "Zo'n norm werkt beperkend. Het laat geen ruimte voor maatwerk en zorgt ervoor dat opleidingen niet aansluiten bij de vraag van het bedrijfsleven."

Minister Bussemaker heeft de urennorm al enigszins losgelaten. Hoewel er wel een norm is ingesteld, is deze niet meer gekoppeld aan de overheidsbekostiging van de onderwijsinstelling. Van Meenen ziet graag dat ook dit laatste stukje controle wordt losgelaten.

Van Meenen had zich eerder al succesvol verzet tegen dezelfde 1040-urennorm in het middelbaar onderwijs. Destijds kreeg hij bijval van de SP, het CDA en de PvdA. De PvdA staat echter niet achter de afschaffing van de norm voor het mbo. Kamerlid Tanja Jadnanansing wijst daarentegen wel op de noodzaak van een goede invulling van de verplichte lestijd. 

Een nieuwe wet schrijft voor dat mbo's voor praktijkonderwijs moeten voldoen aan 850 lesuren per jaar, terwijl mbo's die meer op theorie zijn gericht aan een norm van 1000 uur per jaar moeten voldoen. Donderdagavond zal in de Tweede Kamer over deze wet worden gepraat.

© Nationale Onderwijsgids / Ype van Woersem