Het beroepsonderwijs in Nederland kan veel leren van Duitsland. Het Duitse duale systeem voor beroepsonderwijs is niet alleen de motor achter de Duitse economie. Het biedt ook belangrijke mogelijkheden voor kansarme leerlingen, zoals jongeren met een migrantenstatus. Dat zegt dr. Herman Blom, lector aan de Stenden Hogeschool en consultant op het gebied van Nederlands-Duitse samenwerking, in de Volkskrant.
Het Duitse beroepsonderwijs staat erom bekend goede vakmensen af te leveren. Dit zou vooral komen doordat ruim de helft van de leerlingen in het Duitse mbo een leerwerktraject volgt. Volgens Blom is dit systeem de “groeimotor van de Duitse economie én de emancipatiemachine voor grote groepen scholieren uit niet-academische milieus, met name migrantenjongeren”.
De crux zit hem erin dat het Duitse systeem een gevoel van beroepstrots kweekt bij de jongeren. Tijdens het leerwerktraject leren zij niet alleen een echt vak, maar leerling en bedrijf gaan ook een verplichting aan naar elkaar toe. Dit ontwikkelt een gevoel van beroepseer dat, volgens Blom, bij migrantenjongeren “een goede bodem voor de verbinding met hun nieuwe land” vormt. Dat deze aanpak werkt, zou bijvoorbeeld blijken uit de analyse van Frank Bovenkerk dat Duitsland het enige Europese land is waar Marokkaanse migranten aan het werk zijn gekomen en ook zijn gebleven.
Nederland is daarentegen de “kampioen kruimelbanen” voor jongeren, stelt Blom, en dit staat een goede integratie van jongeren op de arbeidsmarkt en in de samenleving in de weg. Bedrijven en organisaties organiseren te weinig in jongeren, vindt Blom. Een groot risico voor de Nederlandse economie, waarschuwt Blom, gezien de grote groep zestigers die op het punt staat met pensioen te gaan en dus vervangen moet worden. Blom pleit ervoor dat Nederland beter omgaat met de toestroom van talent. Zowel het onderwijs, als de UWV's en en bedrijfsleven moeten hierin verantwoordelijkheid nemen.
© Nationale Onderwijsgids