Normal_samenwerken

Scholieren die het onderwijs vanuit het mbo hebben verlaten zonder startkwalificatie hebben een jaar later minder vaak betaald werk dan diegenen met startkwalificatie. Ze hebben ook vaker flexibele en parttime banen. Vier jaar later is dit verschil niet rechtgetrokken. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers op StatLine.

Gediplomeerden met een startkwalificatie zijn volgens de overheid voorbereid om te beginnen op de arbeidsmarkt. Binnen het mbo leiden opleidingen op niveau 2 of hoger op tot een startkwalificatie. Ook het halen van een havo- of vwo-diploma leidt tot een startkwalificatie. Van de 83 duizend leerlingen die in het schooljaar 2008-2009 het onderwijs verlieten vanuit het mbo en nog geen 23 jaar waren, had 63 procent een startkwalificatie. Binnen vijf jaar behaalde een aanvullende 7 procent dit alsnog, bijvoorbeeld door later toch weer aan een mbo-opleiding te beginnen.

Bijna negen op de tien leerlingen die in 2008-2009 voor hun 23e jaar met een startkwalificatie vanuit het mbo het onderwijs verlieten, hadden een jaar hierna betaald werk. Van degenen zonder startkwalificatie had ruim zes op de tien een baan. Vijf jaar na schoolverlaten is het verschil nog bijna net zo groot. De jongeren die later alsnog een startkwalificatie behaalden, vergrootten hiermee hun baankansen. Zij blijven echter wel achter bij de groep die al direct bij het verlaten van het onderwijs een startkwalificatie had.

Mbo’ers met startkwalificatie die een jaar na schoolverlaten een baan als werknemer hadden, waren vaker vast in dienst (37 procent) dan de schoolverlaters zonder startkwalificatie (24 procent). Vier jaar later was dit verschil groter geworden, al kwamen vaste contracten in beide groepen vaker voor. Vijf jaar na schoolverlaten had 54 procent van degenen met, en 38 procent van de schoolverlaters zonder startkwalificatie een vast dienstverband.

Ook als wordt gekeken naar het aantal uren werk per week, zijn er verschillen zichtbaar tussen mbo’ers met en zonder startkwalificatie. Zes op de tien werkzame personen die al bij het verlaten van het onderwijs in 2008-2009 een startkwalificatie hadden, werkten 36 uur per week of meer, tegen vier op de tien mbo’ers zonder startkwalificatie. Vier jaar later bestaat dit verschil nog steeds, al is het wel kleiner geworden.

Door: Redactie Nationale Onderwijsgids