De stijging van het aantal vacatures is te danken aan de groei van de economie. In veel sectoren is de kans om snel aan te slag te gaan groot. Het beeld van automatisering en de toename van robots lijkt voor het grootste deel de oorzaak te zijn van het slechte imago van het mbo. Daarnaast komt de focus op de kenniseconomie de beroepssector niet ten goede. Veel mbo’ers zelf vinden dat dit beeld niet klopt en weten uit ervaring dat er juist veel mogelijkheden zijn om snel werk te vinden.

Een van hen, werkzaam als hovenier, kreeg onlangs via een oud-laraar te horen dat er steeds minder mbo-leerlingen zijn, ondanks dat er veel werk is. Ze ervaart dat mensen zonder baan worden gemotiveerd om als hovenier aan de slag te gaan, omdat daar de kans op een baan erg gunstig is.

Niet alleen de goede kansen op werk is een voordeel van het mbo. Oud-studenten noemen ook de breedte van opleidingen en de mogelijkheden om door te stromen naar het hbo als pluspunt. Bovendien staat het bedrijfsleven te springen om mbo-studenten, wat betekent dat studenten na afloop van een stage soms meteen aan de slag kunnen als werknemer.

Volgens de mbo’ers zelf heeft het negatieve beeld van het mbo ook te maken met de druk die ouders hun kinderen opleggen. De kansen op de arbeidsmarkt met een hbo-opleiding worden blijkbaar vaak (ten onrechte) hoger ingeschat.

Door: Redactie Nationale Onderwijsgids