Mbo'ers in Nederland hebben na het behalen van hun diploma het vaakst een baan in vergelijking met 37 andere landen die deel uitmaken van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Dat blijkt uit een rapport van de OESO dat demissionaire onderwijsministers Robbert Dijkgraaf en Mariëlle Paul dinsdag naar de Tweede Kamer stuurden.
In het rapport staat dat 94 procent van de mbo-afgestudeerden tussen de 25 en 29 jaar een baan heeft, waarmee Nederland dus op nummer 1 staat. "Daar zijn wij trots op", aldus de bewindslieden.
Ongelijkheid
Wel komt naar voren dat meer mannen (94 procent) dan vrouwen (85 procent) met een mbo-diploma op zak werken, terwijl het aandeel mannen en vrouwen dat een mbo-diploma heeft nagenoeg gelijk is. Ook blijkt uit het rapport dat vrouwelijke mbo'ers minder verdienen dan mannelijke mbo'ers. Dit verschil is wel kleiner dan het gemiddelde van de OESO-landen.
Door: ANP