Stagediscriminatie: als mbo-docent je studenten hiermee op weg helpen

Mbo-studenten hebben nog regelmatig te maken met stagediscriminatie. Dan gaat het voornamelijk over geslacht, handicap of ras. Een kwart van de Utrechtse mbo-studenten ervaart discriminatie of heeft een vermoeden bij het zoeken naar een stage. Dat blijkt uit onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut. Dat meldt het Onderwijs van Morgen. 

Eén op de acht studenten ervaart discriminatie tijdens de stage. De reactie van de docent is allesbepalend voor de student. Dat blijkt uit hetzelfde onderzoek van het Instituut. De ondervraagde studenten laten pijnlijk beeld zien. Mentoren, stagebegeleiders of andere onderwijsprofessionals leggen vaak de schuld van discriminatie bij de student zelf. Er zijn zelfs onderwijsprofessionals die tegen de meldende student zeggen dat ze ‘even door de zure appel heen moeten bijten’. Maar, studenten trekken vaak pas aan de bel als ze het écht niet meer weten.

Melding van student afhandelen 

De wijze waarop onderwijsprofessionals een melding van een student afhandelen doet meer pijn dan de discriminatie tijdens een stage. JOB MBO geeft in een artikel op NU.nl aan zich hierin te herkennen. Studenten doen nu geen melding meer van stagediscriminatie, omdat ze ervaren dat hun contactpersoon de kant kiest van het stagebedrijf. Sommige studenten overwegen zelfs te stoppen met hun stage of hun studie vanwege het gebrek aan steun.

Bespreken van discriminatie 

Daarom is het belangrijk dat docenten zich bewust zijn van het feit dat studenten last kunnen hebben van discriminatie en dat deze klachten serieus worden genomen. De leerling voelt zich dan tenminste gezien. Een stagebegeleider schrijft onder het artikel van NU.nl dat hij positieve ervaringen heeft met het bespreken van discriminatie met het stagebedrijf zelf. Er werd een keer racisme geld door een stagiaire en een keer constateerde de stagebegeleider zelf racisme. De groep werknemers reageerde verontwaardigd en zijn uiteindelijk zelf met de stagiaire gaan praten. Discriminatie heeft hierna niet meer plaatsgevonden.

Betere voorbereiding op de stage 

Een ouder laat onder het stuk weten dat zijn/haar zoon zijn eerste stage heeft afgerond. Er beginnen veel ongemotiveerde stagiaires aan een stage. De school zou, volgens de ouder, stagiaires beter moeten voorbereiden op de stage en ook motiveren.

Stagediscriminatie is beter te voorkomen dan te genezen. Leerlingen gemotiveerd krijgen door zich in te zetten voor een stage en welke kansen er allemaal mogelijk zijn. Leerlingen kunnen tijdens een stage alles proberen wat ze leuk vinden en wellicht zelfs binnenkomen bij hun droombaan. Maar, hard werken loont en een gemotiveerde leerling laat dat al zien in zijn of haar sollicitatiebrief.

'Open hiring' 

Om stagediscriminatie te voorkomen zijn er ook nog rigoureuze manieren. Als studenten weinig van elkaar verschillen qua competenties, dan kan ervoor gekozen worden om studenten willekeurig te koppelen aan stagebedrijven. Als de school voldoende werkgevers in het netwerk heeft voor de juiste stage kan men voor ‘open hiring’ kiezen. Studenten plaats je dan bij de werkgevers zonder naar de persoonseigenschappen van beide componenten te kijken.

Specifieke competenties 

Studenten kan men ook koppelen op basis van specifieke competenties. Leerkrachten stellen dan een aantal competenties op die relevant zijn voor de stage en leggen deze vervolgens voor aan de werkgevers. Vervolgens laat men de studenten een formulier invullen om inzicht te krijgen in de competenties van de studenten zelf.

Door: Nationale Onderwijsgids / Femke van Arendonk