Belangenorganisatie van het primair onderwijs, de PO Raad, heeft gisteravond namens alle Nederlandse basisscholen de Big Brother Award in ontvangst genomen. De award vraagt aandacht voor digitale privacy. De PO Raad beschouwt de toekenning van de award als een aanmoediging om de privacy van leerlingen beter te beschermen. Dit meldt de PO Raad.
Afgelopen november ontstond grote ophef over het nieuws dat basisscholen op grote schaal privégegevens van leerlingen door spelen aan educatieve uitgeverijen. Deze gebruiken de gegevens voor het ontwikkelen van (digitaal) lesmateriaal. Voor de jury van de Big Brother Award was dit aanleiding om de prijs aan het basisonderwijs toe te kennen. Volgens de jury speelt er overigens een breder probleem voor kinderen die nu opgroeien. Van hen wordt meer informatie verzameld, opgeslagen en geanalyseerd dan van voorgaande generaties.
“Het is goed dat er aandacht is voor dit onderwerp”, reageert vice-voorzitter Simone Walvisch van de PO Raad. “Kinderen hebben recht op veiligheid en goed onderwijs. Laten we samen nadenken hoe we dat het beste kunnen organiseren. Scholen en wij kunnen dat niet alleen”.
Nu het gebruik van ict en digitale leermiddelen op scholen toeneemt, verdient ook de veiligheid van leerlingen extra aandacht, stelt de PO Raad. De Raad pleit daarom voor scherp toezicht op het beheer van leerlinggegevens. Zo zouden de gegevens die door ontwikkelaars en uitgevers van digitaal lesmateriaal gebruikt worden anoniem gemaakt moeten worden. Bijvoorbeeld door de namen van de kinderen te veranderen in pseudoniemen. Daarnaast werkt de Raad aan modelcontracten die scholen met uitgevers kunnen sluiten. In zo'n contract staat duidelijk beschreven wat de uitgever wel en niet met de gegevens van leerlingen mag doen.
© Nationale Onderwijsgids