Normal_talen

In het basisonderwijs moet meer aandacht komen voor vreemde talen, vooral als het gaat om de taal die leerlingen thuis spreken. Dat betogen Karijn Helsloot (projectleider Taalbeleid en Meertaligheid) en Gerrit Jan Kootstra (docent en consultant Taalontwikkeling) van de Hogeschool Windesheim, meldt Trouw. 

Het Platform Onderwijs2032 adviseerde onlangs dat leerlingen vanaf groep één al Engelse les moeten krijgen en Staatssecretaris Dekker van Onderwijs pleitte ervoor om Frans en Duits te onderwijzen aan scholen vlakbij de grens. Daar mag nog wel een schepje bovenop, beargumenteren Helsloot en Kootstra, want een derde tot de helft van de leerlingen spreekt thuis een andere taal dan de Nederlandse. Er zijn kinderen met Surinaamse, Antilliaanse, Indonesische of Molukse voorouders en er zijn kinderen van Asielzoekers uit Iran, Afghanistan, Somalië, Syrië en Irak.

De meertaligheid krijgt in het onderwijs maar weinig ruimte en waardering. “De rol van het Nederlands als voertaal staat buiten kijf, net als de focus op het versterken van de taalvaardigheid Nederlands", schrijven Helsloot en Kootstra in Trouw. "Bij het verwerven van het Nederlands, van het Engels of van welke taal dan ook, maakt de leerling met een 'tweede' taal indirect gebruik van zijn kennis. Zo doet de mens dat met alles: voortbouwen op wat je weet. Waarom mag dat niet expliciet worden benoemd als het om taal gaat?"

Het duo benoemt een onderzoek dat laat zien dat kinderen met gemak verschillen talen naast elkaar kunnen leren en gebruiken. Meertaligheid is een culturele en economische verrijking en heeft bovendien cognitieve voordelen. Ook zou het ruimte geven aan emotioneel evenwicht en het zorgt voor een positieve houding van de leerling zelf. “Wanneer eigenheid wordt toegestaan, nemen veiligheid en welbevinden toe.”

Helsloot en Kootstra hopen dat bestuurders van universiteiten en hogescholen toekomstige leerkrachten de handvatten geven om te werken in cultureel divserse omgevingen.

© Nationale Onderwijsgids