Normal_kinderen_groep245

Bijna de helft van de basisscholen die vluchtelingenkinderen opvangen, krijgt geen extra geld van de overheid omdat het om minder dan vier leerlingen gaat. De school moet de bekostiging van deze leerlingen uit eigen zak betalen. Dit blijkt uit een peiling van de Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS) die begin deze week is gehouden.

De overheid stelt pas subsidie beschikbaar voor een leerlingaantal van vier of meer. De kosten die een school maakt voor een leerling kunnen echter oplopen tot zo'n 9000 euro per leerling per jaar. Dit heeft zijn weerslag op de aandacht die aan een vluchtelingenkind kan worden gegeven, want in veel gevallen wordt zo'n leerling in een grote reguliere groep geplaatst. Volgens Petra van Haren, voorzitter van de AVS, lopen de kinderen op deze manier onnodig achterstand op. Als scholen wel kwalitatief goed onderwijs aan asielkinderen bieden, kan dit ten koste gaan van de andere kinderen, of worden vrijwilligers ingezet. Soms kan een schakelklas door een samenwerking van verschillende scholen een oplossing zijn. 
 
De reden voor de subsidiescheidslijn van vier leerlingen is onduidelijk. Ook scholen die weinig asielkinderen opvangen, hebben geld nodig voor de aanschaf van materialen en het inrichten van de lessen. Een ander probleem zijn de kinderen die al langer dan één jaar in Nederland zijn. Voor hen krijgen de scholen ook geen subsidie meer van de overheid, terwijl zij nog wel extra ondersteuning nodig hebben. Ook daarvoor ontbreken veelal de middelen.
 
Om deze problematiek tegen te gaan pleit de Algemene Vereniging Schoolleiders voor een bekostiging per leerling, ongeacht het aantal leerlingen dat op een school geplaatst wordt. Ook vindt de AVS samen met de PO-Raad dat de periode van bekostiging verlengd moet worden. 
 
© Nationale Onderwijsgids