SP en D66 willen een maximum instellen voor het aantal leerlingen per klas in het basisonderwijs. Daartoe hebben Tjitske Siderius van de SP en Paul van Meenen van D66 een initiatiefwetsvoorstel ingediend. De aanpassing van de wet die de partijen voorstellen moet ervoor zorgen dat “excessen” als klassen met meer dan dertig leerlingen binnen zes jaar niet meer voorkomen. De partijen hebben hier 600 miljoen euro voor over. De PO-Raad is geen voorstander van het plan terwijl de Algemene Onderwijsbond (AOb) juist opgetogen reageert. Dit melden Algemeen Dagblad, de PO-Raad en de AOb.
SP en D66 pleiten al jaren voor het verkleinen van de klassen in het basisonderwijs. De vakbond Leraren in Actie startte in 2014 nog een burgerinitiatief om een maximumaantal leerlingen in te stellen. Tot dusver was er voor deze initiatieven telkens onvoldoende steun in de Tweede Kamer. Staatssecretaris Dekker noemde het destijds onverstandig om vanuit de overheid grenzen te stellen aan het aantal leerlingen per klas.
Dat is ook wat de PO-Raad tegen heeft op de plannen. "Groepsgrootte is immers maatwerk op schoolniveau", schrijft de raad in een reactie op het nieuwe wetsvoorstel. Het niet de taak van de overheid om daar besluiten over te nemen, vindt de raad. Bovendien zou ingrijpen door de overheid overbodig zijn omdat slechts zes procent van de basisschoolklassen in Nederland meer dan dertig leerlingen telt. De helft van de klassen telde vorig jaar tussen de 19 en 26 leerlingen. Op schoolniveau de gemiddelde groepsgrootte verlagen naar 23 leerlingen of minder, wat de SP en D66 voorstellen, zal veel geld gaan kosten, waarschuwt de raad. Alleen al wat betreft extra personeel verwacht de raad een kostenplaatje van 1 miljard euro. Landelijk staat de gemiddelde groepsgrootte nu op 23,3 leerlingen.
Voorzitter Liesbeth Verheggen is echter blij met het nieuwe initiatief van de SP en D66: “Eindelijk worden er stappen gezet”. Volgens de voorzitter behelst het plan van de twee partijen precies wat de bond eerder al voorstelde: “De wet is heel concreet en ook ons idee om een gemiddelde groepsgrootte per school in te stellen, staat erin. Daarmee kun je maatwerk aan de docenten overlaten.” Een maximale groepsgrootte van 23 leerlingen biedt bovendien een goede rekeneenheid om het lerarentekort inzichtelijk te maken, aldus Verheggen.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids
