Minister van Onderwijs Arie Slob heeft laten weten dat hij trots is op de manier waarop basisscholen vorm hebben gegeven aan het bewegingsonderwijs tijdens de coronalockdown in het voorjaar. Hij kreeg hierover kritische vragen van VVD-Kamerlid Rudmer Heerma, die wilde weten of het klopt dat de helft van de basisschoolleerlingen in Nederland drie maanden lang geen bewegingsonderwijs heeft kregen door de maatregelen rondom het coronavirus. Dit meldt VOS/ABB.
Heerema, zelf voormalig gymleraar, stelde deze vragen naar aanleiding van een bericht van het Mulier Instituut over gymles in tijden van corona. Volgens het Mulier Instituut hebben veel leerlingen van half maart tot 11 mei geen gymles gehad, maar ook daarna nog een periode niet.
Bewegingsonderwijs op afstand
Als antwoord op de vragen legt Slob uit dat scholen door de coronamaatregelen niet altijd konden voldoen aan de wettelijke eisen, en dat dat ook niet van ze werd verwacht op dat moment. Toch heeft 71 procent van de leerkrachten gymles op afstand aangeboden tijdens de lockdown, aldus de minister. Toen de basisscholen in mei weer openden hebben scholen gehandeld naar wat mogelijk was: “Lokaal zijn er inschattingen gemaakt over wat onder deze omstandigheden wenselijk en acceptabel is. In sommige situaties was het bijvoorbeeld niet altijd mogelijk om gebruik te maken van de gymzalen.” Slob laat weten trots te zijn op hoe de scholen gehandeld hebben, maar dat “signalen over te weinig uren bewegingsonderwijs voor de inspectie aanleiding (kunnen) zijn om daarover in gesprek te gaan met de school”.
Door: Nationale Onderwijsgids