In Nederland hebben naar schatting 2,5 miljoen mensen moeite met taal, rekenen en digitale vaardigheden. Dat is een enorm maatschappelijk probleem. Laaggeletterdheid is vaak ook een oorzaak van andere problemen zoals schulden, slechte gezondheid, armoede of een slechte woonsituatie. Het kabinet heeft in maart 2019 plannen gepresenteerd, maar ziet de urgentie van dit probleem niet voldoende. De SER publiceert daarom vandaag het advies “Samen werken aan taal” over laaggeletterdheid waarin de overheid wordt aangespoord. Dit meldt SER.
NOG
SER: Kabinetsbeleid is niet voldoende om laaggeletterdheid aan te pakken
-Ook voor werkgevers (meer dan de helft van laaggeletterden werkt) is laaggeletterdheid een probleem. Veiligheidsvoorschriften en werkinstructies moeten kunnen worden gelezen door alle werknemers. Om concurrerend te kunnen zijn, hebben werkgevers mensen nodig met steeds meer taal- en digitale vaardigheden. Om laaggeletterdheid aan te pakken is een landelijk beleid met regionale uitvoering hard nodig. Steeds meer mensen moeten kunnen beschikken over digitale vaardigheden maar hebben die (nog) niet.
De SER adviseert om meer landelijke regie te voeren vanuit het kabinet én meer geld ter beschikking te stellen. Het kabinet legt de verantwoordelijkheid nu te veel bij de gemeenten. De 84 miljoen euro van het kabinet is te weinig om 2,5 miljoen mensen te kunnen helpen. Het lijkt er eerder op dat om de problemen op te lossen het dubbele budget nodig is. Het begint er echter mee het budget veel effectiever in te zetten. Daarom adviseert de SER dat gemeenten beter gaan samenwerken, met werkgevers, maatschappelijke organisaties en onderwijs om de complexe problemen aan te pakken.
Meer maatwerk is noodzakelijk om mogelijke andere problemen aan te pakken die veroorzaakt worden door laaggeletterdheid, zoals armoede, gebrek aan zorg of een slechte woonsituatie. Het UWV en schuldhulpverlening moeten bijvoorbeeld alert zijn op de behoefte aan taalcursussen en daarvoor verwijzen. Werkgevers en collega’s op de werkvloer zouden hier ook een veel actievere rol in kunnen krijgen. Werkgevers kunnen laaggeletterde medewerkers opleidingen op maat bieden. Ook vakbonden kunnen via de O&O fondsen bijdragen aan scholing binnen bedrijven. Naast de regionale aanpak is kennisuitwisseling nodig, bijvoorbeeld door een kenniscentrum in te richten.
Ook moet de kwaliteit van cursussen worden verbeterd, en worden gezorgd dat er voldoende geld is om zoveel mogelijk laaggeletterde mensen met passende scholing te helpen.
De SER vindt het nodig dat er in alle gemeenten een goed en bereikbaar aanbod is van cursussen voor laaggeletterden. Daarvoor is regionale samenwerking nodig. De cursussen moeten worden gegeven door voldoende en goed opgeleide docenten.
Door: Nationale Onderwijsgids