Voor de vijfde keer dit jaar hebben werkenden en werkzoekenden een poging gewaagd om zich aan te melden voor het STAP-budget. De 1.000 euro kunnen ze gebruiken voor een opleiding of cursus die hun positie op de arbeidsmarkt verbetert. Inmiddels blijkt dat met name commerciele instellingen meedoen en dat juist bij hen vaak nog extra kosten komen kijken, bijvoorbeeld door een plots duurdere opleiding of kosten achteraf. Dit meldt Radar.
Bijna duizend van de bijna 6.400 door Radar ondervraagde mensen wisten zich aan te melden voor het STAP-budget, waarvan slechts 7 procent bij een mbo- of hbo-instelling of universiteit terechtkwam. De rest had te maken met een commerciële opleiders, die af en toe ongeschikte materialen aanbieden en onverwachte kosten rekenen. Soms komen ze zelfs met ingewikkelde belastingconstructies voor hun cursist. Daarom is ruim 30 procent van de studenten niet tevreden met de gang van zaken.
Vrees voor zelf betalen STAP-budget
Meerjarige opleidingen zijn bijna of helemaal niet te vinden in de lijst van opleidingen die via STAP te volgen zijn. Mbo’s, hbo’s en universiteiten bieden juist die langdurende opleidingen. Sommige commerciële opleiders registeren meer studenten dan ze aankunnen, waardoor lesdagen worden geannuleerd en mensen lang moeten wachten op een nieuwe lesdag. Soms zijn studenten daardoor bang dat ze de kosten voor het STAP-budget alsnog zelf moeten betalen, omdat een opleiding binnen een bepaalde tijd moet starten.
Veel goede opleiders
Volgens FNV zijn er genoeg commerciële opleiders die wel goede opleidingen aanbieden, maar vooral cursussen en workshops met een winstoogmerk zijn ondermaats. Die bevatten oude lesstof en examenmateriaal met gebreken. De vakbond vindt samen met politici en publieke opleiders dat het onderwijsaanbod voor STAP te groot is en de aansluiting op de arbeidsmarkt te klein.
Er zijn al 3.000 opleidingen uit het aanbod geschrapt, omdat deze niet aan de eisen voldeden. Het ministerie van Onderwijs bekijkt nog eens 250 opleiders die mogelijk ook geschrapt moeten worden.
Door: Nationale Onderwijsgids / Johanne Levinsky