Lokale sport- en zwemlesregelingen bieden zeer verschillende vergoedingen voor deelname van mensen met een heel laag inkomen. Uit onderzoek van het Mulier Instituut blijkt dat vergoedingen variëren van een maximumbedrag per jaar ‘om mee te doen aan de samenleving’ tot de volledige contributie van een sportvereniging of kosten voor zwemdiploma A, B én C. Voor sportdeelname van jeugd ligt het gemiddelde maximumbedrag op 284 euro. Maar dat varieert van 50 tot 790 euro. Dat meldt het Mulier Instituut.
In de twee gemeenten die een tegemoetkoming van 50 euro bieden, zijn er wel andere, aanvullende regelingen. De vraag is echter of inwoners de weg vinden in het doolhof van regelingen, voorwaarden en betrokken organisaties. Veel informatie via gemeentewebsites over sport- en zwemlesregelingen is lastig te vinden en begrijpen, stellen de onderzoekers.
Sportdeelname
De verschillen in sportdeelname naar inkomen zijn groot. Zo weten we uit eerdere onderzoeken dat 46 procent van de tieners uit de minst welvarende gezinnen lid is van een sportclub. Bij tieners uit de meest welvarende gezinnen is dat meer dan 80 procent. Een kwart van de kinderen uit gezinnen met de laagste inkomens heeft geen zwemdiploma. Bij gezinnen met de hoogste inkomens is dat slechts 2 procent.
Informatie toegankelijker maken
Om sporten en zwemles voor mensen met de laagste inkomens financieel mogelijk te maken, hebben bijna alle gemeenten ondersteunende regelingen, constateren de onderzoekers. Wel stuitten zij bij het zoeken naar online informatie op de gemeentesites op veel knelpunten. Bijvoorbeeld onduidelijke of tegenstrijdige informatie. Of ingewikkeld (juridisch) taalgebruik. Er is volgens de onderzoekers dus veel te verbeteren om deze informatie toegankelijker te maken.
Door: Nationale Onderwijsgids