Beatrice de Graaf en Alexander Rinnooy Kan zijn benoemd tot voorzitters van de Nationale Wetenschapsagenda. Zij gaan in opdracht van het kabinet aan de slag om deze agenda vorm te geven. Dit maakten minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker van Onderwijs en minister Kamp van Economische Zaken bekend in een brief aan de Tweede Kamer.
In de Nationale Wetenschapsagenda moeten de thema’s vastgesteld worden waar de wetenschap zich de komende jaren op gaat richten. Wat zijn kansrijke uitdagingen voor de Nederlandse wetenschap en hoe kunnen die bijdragen aan het vinden van oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken en het benutten van economische kansen?
“Om de ambities van de wetenschapsagenda te realiseren is een gezaghebbend, verbindend en vernieuwend voorzitterschap nodig dat draagvlak heeft onder alle partners, daarom hebben wij gekozen voor Beatrice de Graaf en Alexander Rinnooy Kan,” aldus minister Bussemaker.
In de Wetenschapsvisie 2025 ‘Keuzes voor de toekomst’ heeft het kabinet aan de kenniscoalitie gevraagd om het initiatief te nemen voor een Nationale Wetenschapsagenda. De benoeming van De Graaf en Rinnooy Kan is op voordracht van deze kenniscoalitie, bestaande uit de universiteiten, de hogescholen, instituten voor toegepast onderzoek en MKB Nederland.
Prof. Dr. Beatrice de Graaf: “Alles wat in de Nationale Wetenschapsagenda komt is belangrijk, maar niet alles wat belangrijk is komt in de agenda. De agenda moet de ruimte blijven bieden aan verbeelding en aan creatieve dwarsdenkers.” Beatrice de Graaf is hoogleraar internationale betrekkingen aan de Universiteit Utrecht en lid van De Jonge Akademie.
Prof. Dr. Alexander Rinnooy Kan: “Wetenschap is een festival van vragen. Wij gaan nu beginnen met het ophalen van die vragen die aan de wetenschap gesteld worden en die aansluiten bij de sterktes van de Nederlandse wetenschap.” Alexander Rinnooy Kan is universiteitshoogleraar economie en bedrijfskunde aan de Universiteit van Amsterdam.
© Nationale Onderwijsgids