Minister Bussemaker van Onderwijs heeft vandaag 31 promotiebeurzen uitgereikt aan docenten uit het basisonderwijs tot en met het hoger beroepsonderwijs. De uitreiking vond plaats op het Amsterdams Lyceum. Met de beurs kunnen leraren een promotietraject aan een Nederlandse universiteit starten en zo meer onderzoekservaring opdoen wat ten goede moet komen aan de kwaliteit van het onderwijs. Dit meldt de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderwijs (NWO).
De beurs wordt gefinancierd vanuit het programma Promotiebeurs voor Leraren en is bedoeld voor leraren uit het primair-, voortgezet-, middelbaar beroeps-, hoger beroeps-, en speciaal onderwijs. Door docenten meer ervaring te laten opdoen in onderzoek zal niet alleen de kwaliteit van het onderwijs verbeteren maar ook de aansluiting tussen universiteiten en scholen versterken, verwacht het ministerie. Per jaar stelt het ministerie zo'n 9,5 miljoen euro beschikbaar. NWO is verantwoordelijk voor de beoordeling en selectie van de beursaanvragen.
Leraren die in aanmerking willen komen voor een promotiebeurs moeten een promotor aan een Nederlandse universiteit zoeken en een onderzoeksplan indienen bij NWO. De keuze van het onderwerp is vrij maar voorwaarde is wel dat de opgedane kennis en onderzoekservaring ten goede komen aan de wetenschap én aan de onderwijspraktijk. Leraren die worden toegelaten worden vier jaar lang maximaal twee dagen per week vrijgesteld van onderwijs om te werken aan hun promotieonderzoek, met behoud van salaris.
De beurs is populair onder leraren. Sinds de introductie in 2011 zijn 135 docenten gestart met een promotietraject. Vandaag kwamen daar nog eens 31 leraren bij. Zij werden geselecteerd uit 104 aanvragers. De meeste laureaten werken in het hbo (17) of het voortgezet onderwijs (11 laureaten). Een van de kandidaten komt uit het primair onderwijs en twee uit het mbo.
© Nationale Onderwijsgids