Minister Bussemaker van Onderwijs is niet enthousiast over het voorstel van de VVD om het systeem van lerarenopleidingen op de schop te nemen. Zo denken de partijen dat het beroep aantrekkelijker wordt voor studenten als zij na hun studie direct voor de klas mogen gaan staan. Zonder dat zij eerst nog een lerarenopleiding moeten afronden voor hun lesbevoegdheid. Bussemaker meent echter dat het docentenberoep niet moet worden onderschat. Dit meldt Nu.nl.
Volgens VVD-Kamerlid Duisenberg wordt het nu “maximaal onaantrekkelijk” gemaakt voor studenten van het hbo en de universiteit om voor het beroep van leraar te kiezen. De lerarenopleidingen die de studenten narhun hoofdopleiding moeten volgen zijn volgens de VVD'er maar weinig ambitieus en inspirerend. In een reactie aan de Tweede Kamer schrijft de onderwijsminister dat er al hard wordt gewerkt aan het aantrekkelijker maken van het vak. Ook ziet zij het plan van de VVD niet zitten omdat “het leraarschap een beroep is dat vraagt om vakmanschap en meesterschap op HO-niveau.”
De minister ziet meer heil in het versterken van de samenwerking tussen scholen en de opkomst van de opleidingsscholen. Opleidingsscholen zijn samenwerkingsverbanden van scholen met lerarenopleidingen waarbij studenten al veel voor de klas staan. De Rijksuniversiteit Groningen doet op dit moment onderzoek naar de effecten hiervan op de professionele vaardigheden van startende leraren. Bussemaker schrijft in haar reactie aan de Kamer later terug te komen op het onderwerp.
© Nationale Onderwijsgids
De VVD wil dit alleen maar omdat VVD-er Sander Dekker heeft beloofd dat 100% van de leraren bevoegd zou zijn in 2017. Om dat te bereiken kun je het beroep aantrekkelijker maken voor hogeropgeleiden en onbevoegde leraren ruim faciliteren in studieverlof, of je kunt de lat lager leggen zodat mensen makkelijker en sneller die bevoegdheid halen. De VVD kiest voor het laatste.