De Algemene Onderwijsbond (AOb) wil dat docenten actief betrokken worden bij de verdere uitwerking van alle plannen voor de toekomst van het onderwijs. Aob-beleidsmedewerker Esther Sloots benadrukt dat docenten degene zijn die de plannen moeten gaan uitvoeren en te maken krijgen met de gevolgen. De AOb overhandigd vandaag alle aaandachtspunten van de plannen aan de commissie-Schnabel van Onderwijs2032. Dat meldt de AOb.
In oktober kwam de commissie van het Platform Onderwijs2032 met een eerste advies voor een vernieuwd curriculum voor het kabinet. Nu is het de beurt aan onderwijsorganisaties en scholen om te zeggen wat ze van dat advies vinden en vooral wat het in de praktijk betekent. De commissie werkt vervolgens een definitief advies uit. “Hartstikke mooi alle ideeën, maar het is lastig om er iets concreets van te maken dat is uit te voeren in de praktijk. In het eerste voorstel heeft het Platform Onderwijs2032 het over verbreding en verdieping. Dat moet concreter worden”, benadrukt Sloots. Daarnaast benadrukt de beleidsmedewerker dat niet alle maatschappelijke problemen op het bordje van de leraren moet komen. Ook moet er rekening gehouden worden met de huidige omstandigheden, zoals volle klassen en hoge werkdruk.
Sloots wijst ook op de verschillen tussen docenten in de verschillende onderwijssectoren. Volgens Sloots wordt dat onderscheid niet altijd goed gemaakt in het advies, terwijl sommige ideeën per sector om andere aanpassingen vragen. Daarnaast zouden leraren en scholen de ruimte moeten krijgen om eigen ideeën uit te voeren. “In het advies schrijft de commissie bijvoorbeeld dat alle leerlingen vanaf groep 1 Engels moeten leren. Dat is onverstandig. Beter is om alleen de kern vast te leggen en te verplichten. Dan bedenken scholen zelf een invulling”, aldus Sloots.
© Nationale Onderwijsgids
