Leraren van de basisschool geven soms een lager advies voor de middelbare school dan het eigenlijke niveau van een groep-8 leerlingen. De docenten zouden dit doen omdat ze verwachten dat de leerling de verplichte rekentoets niet zal halen. Dat zegt zelfstandig onderwijsadviseur Suzanne Sjoers. Peter Hulsen van Ouders & Onderwijs (voorheen de Landelijke Ouderraad) herkent dit beeld en zegt al enkele gevallen van dit “ongewenste bijeffect van de rekentoets” te zijn tegengekomen. Dit meldt de Telegraaf.
Volgens Sjoers hebben sommige basisschoolleraren een verkeerd beeld van de rekentoets. “Tot mijn ontzetting heb ik moeten constateren dat de rekentoets in het voortgezet onderwijs enorm afschrikwekkend werkt, terwijl dat echt niet hoeft. De rekentoetsen van het Cito in groep 8 verschillen echt niet veel van die op het vmbo”, aldus Sjoers. Bovendien is er voldoende tijd om de rekenvaardigheid van leerlingen bij te spijkeren en bestaan er toetsen van verschillende niveaus, aldus Sjoers.
Hoewel nog niet zeker is of een voldoende voor de rekentoets nodig is voor het diploma voor de generatie leerlingen die nu naar de middelbare school gaan, houden sommige leraren daar dus al wel rekening mee bij het geven van advies, zegt Sjoers. “Intussen worden leerlingen richting lager onderwijs geduwd vanwege de rekentoets.”
Sinds vorig jaar is het schooladvies van de docent leidend in het bepalen op welk niveau een leerling aan het voortgezet onderwijs begint. Voorheen werden daarvoor de resultaten van de eindtoets, zoals de Cito-toets, gebruikt. Volgens Peter Hulsen gaat er echter nog veel niet goed met het afgeven van de schooladviezen. Bij het informatiepunt komen dan ook veel vragen en klachten binnen van ouders. Zo beweren veel scholen dat het geven van een dubbel advies niet mag. Ook zoeken scholen naar allerlei manieren om het advies van de docent met testgegevens te onderbouwen.
© Nationale Onderwijsgids
