Docenten hebben behoefte aan meer handvatten om 'moeilijke' onderwerpen in de klas te bespreken. De leraren vinden het nu lastig om over onderwerpen zoals de asielzoekersinstroom, discriminatie en radicalisering te praten in de klas. Dat blijkt uit onderzoek van Diversion, een bureau voor maatschappelijke innovatie. Het bureau heeft daarom een methode ontwikkeld om de docenten te ondersteunen. Dat meldt de VO-raad.
Uit het onderzoek blijkt dat leerkrachten vaak niet weten hoe ze op een goede manier het gesprek kunnen aangaan over moeilijke thema's. De kennis ontbreekt over hoe te handelen als leerlingen extreme en/of discriminerende uitspraken doen over bijvoorbeeld vluchtelingen of homoseksuelen of als ze complottheorieën aanhangen. De docenten geven aan hier in deze turbulente tijd regelmatig mee geconfronteerd te worden in de klas.
De docenten geven aan te weinig kennis van bepaalde kwesties te hebben om alle vragen te beantwoorden. Ook ervaren ze een kloof tussen zichzelf en de leerlingen, bijvoorbeeld doordat leerlingen hun informatie uit andere bronnen halen, zoals sociale media. Bovendien hebben leerlingen vaak een ander wereldbeeld, gevoed door ouders en vrienden. De docenten die aan het onderzoek hebben meegewerkt, geven dan ook aan behoefte te hebben aan meer handvatten om op een goede manier om te gaan met maatschappelijk gevoelige onderwerpen, en aan ondersteuning vanuit school. Nu staat het schoolbeleid op dit vlak vaak nog in de kinderschoenen.
Diversion heeft in samenwerking met een aantal pabo's en leraren opleidingen een methode ontwikkeld om de docenten te ondersteunen. Deze methode helpt leraren om het gesprek in de klas over maatschappelijk gevoelige thema's aan te gaan en in goede banen te leiden. De conceptversie is hier te bekijken, de definitieve versie van deze methode komt deze zomer.
© Nationale Onderwijsgids