Normal_kind__peuter__blij__kov__opvang__kleur

De vijf samenwerkende jeugdinspecties (Samenwerkend Toezicht Jeugd/Toezicht Sociaal Domein) constateren dat gemeenten en de diverse partijen in het sociaal domein al veel aandacht hebben voor het signaleren van onveiligheid bij jeugdigen. Niettemin vinden de inspecties dat er meer preventief en samenhangend moet worden gewerkt. Een gezamenlijke en samenhangende aanpak vanuit rijk, gemeenten, organisaties en professionals is daarbij nodig. Dit meldt Inspectie Jeugdzorg.

De inspecties vinden het noodzakelijk dat het rijk, de gemeenten, organisaties en professionals een effectieve aanpak van onveiligheid bij jeugdigen actief bevorderen. Hierbij vragen ze nadrukkelijk aandacht voor het duidelijk maken dat professionals, naast het doen van meldingen, al vroegtijdig advies kunnen (en moeten) inwinnen bij deskundigen zoals Veilig Thuis. Ook moeten zij eerder handelen bij signalen van onveiligheid, bijvoorbeeld door partijen als Veilig Thuis, wijkteam of Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Onderling kunnen de professionals contact hebben om vast te stellen of een kind veilig is, voordat onderzoek wordt gedaan naar mogelijke kindermishandeling.

De inspecties geven in het rapport 'Signaleren van onveiligheid bij jeugdigen in het sociaal domein en het toeleiden naar passende hulp en ondersteuning’ extra aanbevelingen over punten waar zij zorgen over hebben. Dit wordt gedaan aan de hand van vier thema’s. Met ‘Lokale zorg en ondersteuning in beweging’ wordt aandacht gevraagd voor het feit dat het voor professionals niet altijd duidelijk is welke partijen zij kunnen benaderen voor het bieden van passende en samenhangende hulp. ‘Oog voor een veilige ontwikkeling’ geeft informatie over vroegtijdig problemen signaleren. Bij ‘Duiden en handelen bij onveiligheid’ staat het belang van informatie-uitwisseling centraal. En ‘Heen en weer schuiven van casuïstiek’ duidt de veiligheidsrisico’s als jeugdigen worden doorverwezen naar andere instanties. Gemeenten kunnen de aanbevelingen gebruiken om hun hulpverlening te verbeteren.

Door: Redactie Nationale Onderwijsgids