Tot nu toe hebben voornamelijk leraren in het voortgezet onderwijs een aanvraag ingediend voor het LerarenOntwikkelFonds (LOF). 70 procent van de aanvragers komt uit het voortgezet onderwijs. Het primair onderwijs blijkt dus achter te blijven in de hoeveelheid aanvragen, de reden hierachter is niet bekend. Dat blijkt uit onderzoek van SEO Economisch Onderzoek naar hoe leraren het LOF ervaren en beoordelen. Dat meldt SEO Economisch Onderzoek.
Sinds oktober 2015 voert de Onderwijscoöperatie het LOF uit, waarmee leraren in het primair en voortgezet onderwijs de mogelijkheid hebben het onderwijs te verbeteren door middel van eigen vernieuwende ideeën. Leraren blijken vooral over het LOF te horen via de school waar zij werkzaam zijn.
Leraren met een afgekeurd voorstel geven aan meer moeite te hebben met het doen van een aanvraag dan leraren met een goedgekeurd voorstel. Het opstellen van de begroting en het beschrijven van de bijdrage van het project aan innovatie en ontwikkeling van de beroepsgroep blijken de leraren het lastigste te vinden. Toch dient 60 procent van aanvragers na een afkeuring opnieuw een aanvraag in.
SEO Economisch Onderzoek heeft via een procesevaluatie achterhaald hoe de leerkrachten het LOF ervaren en beoordelen. Er is een enquête uitgezet onder de docenten die in de eerste twee tranches een aanvraag hebben ingediend. Deze enquête is door 110 leraren ingevuld. Aanvullend is een verdiepende groepssessie gehouden met tien LOF-leraren. Het gehele onderzoeksrapport is hier te lezen.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids