Vooral eerstegraads leraren, leraren in bètavakken, mannen en ouderen verdienen minder dan vergelijkbare werknemers in de marktsector. Aan de andere kant verdienen tweedegraads leraren, vrouwen en jongeren in veel gevallen meer dan vergelijkbare werknemers in de marktsector. Dit melden SEO en Voion.
Dit blijkt uit gisteren gepubliceerd onderzoek van SEO Economisch Onderzoek in opdracht van Voion. Dit onderzoek vergelijkt de lonen van leraren en schoolleiders in het voortgezet onderwijs met dat van de meest vergelijkbare werknemers in de marktsector.
Leraren in het voortgezet onderwijs verdienden in 2016 gemiddeld 31 euro per uur en hadden hiermee een lager gemiddeld bruto uurloon dan vergelijkbare werknemers in de marktsector. Dit verschil is 1 procent. In vergelijking met de jaren ervoor is dit loonverschil wel iets bijgetrokken.
Het gemiddelde bruto uurloon van schoolleiders in het voortgezet onderwijs was in 2016 juist ongeveer 6 procent hoger dan dat van vergelijkbare werknemers in de marktsector. Dit verschilt wel per leraargroep. Er zijn groepen leraren die een hoger loon hebben dan vergelijkbare werknemers in de marktsector, maar ook groepen leraren die juist een lager loon hebben dan de met hen vergelijkbare werknemers in de marktsector, afhankelijk van achtergrondkenmerken als opleidingsniveau, leeftijd en geslacht.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids
