Normal_tweede_kamer

De commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap debatteert op woensdag 21 februari 2018 van 14.00 tot 18.00 uur over leraren met minister Ingrid van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) en minister Arie Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media). Dit meldt de Tweede Kamer.

Leraren in het basisonderwijs willen een hoger salaris en een lagere werkdruk. In 2017 hebben ze daarom landelijk gestaakt. Dit jaar zijn er regionale stakingen, de leraren in het noorden hebben op 14 februari 2018 het werk neergelegd.
 
Vanaf 2021 is jaarlijks 430 miljoen euro beschikbaar om de werkdruk in het onderwijs aan te pakken. Vanaf het komende schooljaar doet het kabinet al een investering van 237 miljoen euro. Scholen kunnen met leraren, het onderwijsondersteunend personeel en de directeur plannen maken voor de inzet van dit geld. Een gemiddelde school van 225 leerlingen krijgt volgend schooljaar circa 35.000 euro extra, oplopend tot 65.000 euro vanaf het schooljaar 2021/2022.
 
Om de werkdruk aan te pakken moet het hele onderwijsveld samenwerken. De minister heeft de afgelopen maanden gesproken met de vakbonden en de PO-Raad om tot een gezamenlijke aanpak te komen. De sector heeft zelf plannen gemaakt over het terugdringen van de werkdruk en over de optimale besteding van het geld. Deze gezamenlijke afspraken zijn opgenomen in het werkdrukakkoord primair onderwijs.
 
Het kabinet heeft 270 miljoen euro extra beschikbaar gesteld voor hogere salarissen voor basisschoolleraren. De sociale partners zijn hierover in gesprek. In de nieuwe cao moet dit geld zichtbaar worden op de loonstrookjes van leraren. Leraren vinden het bod te laag en blijven actie voeren tot er meer geld wordt toegezegd. Ze zijn verenigd in het PO-front. Op 14 maart 2018 staken basisschoolleraren in Utrecht, Noord-Holland en Flevoland.
 
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids