Flinke stijging aantal ondersteuners in basisonderwijs

Het aantal onderwijsondersteuners op basisscholen is in het afgelopen jaar flink gestegen: er kwamen bijna 1.000 voltijdbanen bij. Dat betekent dat de groep onderwijsondersteuners in het basisonderwijs nu 17 procent bedraagt, zo blijkt uit cijfers van DUO. Dit meldt de Algemene Onderwijsbond (AOb).

De personeelscijfers tonen de effecten van het werkdrukakkoord aan. Dit akkoord geeft scholen sinds 2018/2019 de mogelijkheid om structureel geld uit te geven om werkdruk tegen te gaan, bijvoorbeeld door het aannemen van een onderwijsassistent. Hierdoor neemt het aandeel ondersteunend personeel op basisscholen sinds 2018 flink toe: van 12 procent in 2017 naar 17 procent in 2020.

Lerarentekort

Volgens Rosalinde Stins van de AOb is deze stijging goed nieuws, als het tenminste betekent dat deze onderwijsondersteuners ook daadwerkelijk worden ingezet als extra handen in de klas, en zij niet de gaten die door het lerarentekort ontstaan moeten opvullen. Stins: “Tussen 2015 en 2020 is het lerarentekort een probleem geworden op veel scholen. Tegelijk hoor ik steeds vaker van collega-ondersteuners dat zij voor langere periodes klassen opvangen. Let wel: ik begrijp dat zij dat doen: je bent vaak heel loyaal, naar de leerlingen en de collega’s. Maar het is natuurlijk niet de bedoeling. Het probleem wordt er niet mee opgelost. Sterker nog: het wordt onzichtbaar.”

Door: Nationale Onderwijsgids