Als het gaat om de kwaliteit van het onderwijs spelen leraren een cruciale rol. Daarom is het belangrijk dat zij zich blijven ontwikkelen. Professionele LeerGemeenschappen (PLG’s) worden gezien als dé manier om dat te doen. Fred Huijboom en Pierre van Meeuwen, twee promovendi van de Open Universiteit, hebben onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van Professionele Leer Gemeenschappen (PLG’s) van leraren op middelbare scholen en naar de factoren die deze ontwikkeling beïnvloeden. Op donderdag 30 juni 2022 verdedigen ze hun proefschrift. Dat meldt de Open Universiteit.
Een Professionele LeerGemeenschap (PLG) is een groep leraren die samen de onderwijspraktijken onderzoeken om ze te verbeteren en te vernieuwen, met als uiteindelijk doel betere leerresultaten voor de leerlingen. Er wordt veel verwacht van PLG’s. Ze zouden bijdragen aan de professionalisering van leraren, aan schoolontwikkeling, aan de verbetering van de lespraktijk en uiteindelijk aan het leren en de leerprestaties van leerlingen. Docenten worden in PLG’s actief betrokken bij het ontwikkelen en verbeteren van de onderwijspraktijk. Kennis, ervaring en talenten van docenten worden door deelname aan een PLG benut. Dat leidt tot gedeelde nieuwe kennis, inzichten en onderwijspraktijken. Het betrekken van docenten bij de onderwijsontwikkeling is een erkenning van hun professionaliteit en een sterke motivationele factor. Hoge verwachtingen dus. Hoe gaat dat in de praktijk?
Kwaliteit van de communicatie
De promovendi Pierre van Meeuwen en Fred Huijboom volgden zeven Professionele LeerGemeenschappen bij zes middelbare scholen. Ze onderzochten de ontwikkeling die de PLG’s doormaakten en de schoolcontext waarbinnen dat gebeurde. Alle zeven PLG’s bleken een ontwikkeling door te maken, maar er was veel variatie in de mate van ontwikkeling, de kenmerken waarop ze zich ontwikkelden en het niveau dat ze bereikten. Een deel van de verschillen in ontwikkeling was te verklaren vanuit de schoolcontext. Zo blijkt een proactieve stimulerende schoolleider zeer belangrijk. Maar ook de aanwezigheid van collectieve autonomie voor de PLG en de mate waarin PLG-bijeenkomsten waren georganiseerd. Opvallend was het belang van de kwaliteit van de communicatie. Waar het discours oppervlakkig en ongestructureerd bleef, konden de activiteiten 'samenwerken, reflecteren, feedback en experimenteren' zich niet tot het hoogste niveau ontwikkelen. Verder bleek voldoende tijd en ruimte om bij elkaar te komen onmisbaar en een voorwaarde om als PLG goed te kunnen functioneren.
Aanbevelingen
De onderzoeken van Huijboom en Van Meeuwen hebben geleid tot een aantal concrete aanbevelingen, zowel voor schoolleiders die een PLG willen opstarten/stimuleren, als voor de leden van een PLG. In die aanbevelingen worden schoolleiders aangemoedigd om een aantal concrete maatregelen te nemen om zo optimale omstandigheden te creëren voor het functioneren van PLG’s. De leden krijgen een aantal adviezen over de organisatie van de werking van een PLG.
Door: Nationale Onderwijsgids