De doelstelling van de Europese Unie om in 2025 alle scholen te voorzien van snelle internetverbindingen loopt gevaar. Uit een rapport van de Europese Rekenkamer (ERK) blijkt dat lidstaten beperkt gebruik hebben gemaakt van de EU-financiering ter ondersteuning van de digitalisering van de scholen. Lidstaten hebben volgens het rapport de financiering niet strategisch ingezet en de scholen waren onvoldoende betrokken bij de vaststelling van hun behoeften. Dat meldt Binnenlands Bestuur.
Sinds 2014 zijn er via verschillende EU-programma’s enorme bedragen betaald om het digitale onderwijs te ondersteunen. De coronapandemie bracht aan het licht dat onderwijsstelsels in bijna alle lidstaten niet goed waren voorbereid op afstandsonderwijs. Internetverbindingen op scholen waren vaak ontoereikend. Ook was er een tekort aan digitale apparatuur voor docenten en leerlingen.
Onvoldoende betrokken
Een van de redenen waarom er niet goed gebruik is gemaakt van het EU-geld is dat scholen onvoldoende betrokken waren bij de vaststelling van de eigen digitaliseringsbehoeften. Er waren ook genoeg scholen niet op de hoogte van de steun die de EU zou kunnen bieden. Er zijn nog genoeg scholen die melding maken van onvoldoende apparatuur of scholen die aangeven dat er behoefte is aan bijscholing voor leraren. Een gemeenschappelijke benadering van het gebruik van nieuwe technologieën in de klas ontbrak. Daardoor konden scholen het potentieel van digitalisering niet ten volste benutten.
Door: Nationale Onderwijsgids / Femke van Arendonk