Lerarenopleiding moet met 'adversity' als pedagogische uitdaging omgaan

Goed onderwijs beoogt ieder kind uit te nodigen om op eigen wijze deel te nemen en bij te dragen aan de samenleving. De omgang met adversity – zoals armoede, uitsluiting en vooroordelen – vormt daarbij een uitdaging voor leraren. In ons nieuwe artikel delen we inzichten over wat het van lerarenopleidingen vraagt om leraren hierop voor te bereiden. We pleiten daarbij voor een pedagogisch perspectief op vraagstukken rondom armoede, kansenongelijkheid en diversiteit en inclusie in het onderwijs. Dat meldt Stichting NIVOZ.
 

Deze bijdrage – die is verschenen in het meest recente nummer van Tijdschrift voor Lerarenopleiders van Velon komt voort uit het Whole Child Programma, waarin stichting NIVOZ samen met lerarenopleidingen en scholen onderzocht wat er nodig is om ‘breedvormend onderwijs’ te bieden aan álle kinderen. Binnen dit programma hebben we ook uitgebreid verkend wat verschillende vormen van tegenslag en belemmeringen waar kinderen mee te maken krijgen (samengevat onder de Engelse term 'adversity'), betekenen voor de pedagogische opdracht van het onderwijs. Wat vraagt het van leraren, schoolleiders en lerarenopleiders om ieder kind zich thuis te laten voelen en uit te nodigen tot gelijkwaardige en volwaardige participatie?

Wij vragen daarbij aandacht voor een pedagogische oriëntatie, die gericht is op de mogelijkheden van ieder kind, met oog voor wat het kind meebrengt in brede zin: talenten, interesses en persoonlijkheid, maar bijvoorbeeld ook culturele achtergrond, taal, en leefomgeving. We willen hiermee een alternatief bieden voor gangbaar deficiet-denken, waarbij afwijkingen van de norm al snel als ‘achterstanden’ benaderd worden.

Aandacht tijdens het opleiden van leraren 

In het artikel bespreken we drie terreinen waar bij het opleiden van leraren aandacht voor zou moeten zijn ter voorbereiding op de pedagogische verantwoordelijkheid in de context van adversity:

  1. Het ontwikkelen van bewustzijn en kennis over eigen en andermans achtergronden, ervaringen en privileges en het kritisch leren bevragen hiervan;
  2. Het ontwikkelen van een positieve oriëntatie ten aanzien van leerlingen en hun achtergronden en mogelijkheden;
  3. Het kunnen en willen omzetten hiervan in onderwijsontwerp en pedagogisch-didactisch handelen.

Door: Nationale Onderwijsgids