De Universiteit Utrecht stopt met de studies Duits, Frans, Arabisch, Italiaans, Keltisch en Religiewetenschappen. Dit gaat gebeuren vanaf het jaar 2026. Docent Frans en al 28 jaar betrokken bij het taalonderwijs, Charlotte Goulmy, vindt dit besluit niet verrassend. Het stopzetten van deze studies is volgens haar een symptoom van verwaarlozing van het taalonderwijs in Nederland. Dat meldt NPO Radio 1.
Tijdens de invoering van de Tweede Fase in het onderwijs in de jaren ’90 kwam de verwaarlozing langzaam bovendrijven. Leerlingen zouden voor hun eigen leerproces verantwoordelijk zijn, zo zegt Goulmy. In de praktijk raakte het onderwijs voor veel talen versplinterd en ontstonden er deelvakken. Leerlingen leerden alleen maar Frans spreken en luisteren, maar ze hoefden niet goed te zijn in de grammatica en de schrijfvaardigheden.
Waarde van het taalonderwijs
Daardoor is de waarde van het taalonderwijs flink gekelderd, aldus Goulmy. “Als leerlingen te horen krijgen dat alleen maar de taal moeten kunnen lezen of luisteren, dan maak je het vak zelf waardeloos.”
Geld
Voor het ondergeschikt maken van het taalonderwijs speelt geld een belangrijke rol, volgens Goulmy. Bij de Tweede Kamercommissie Onderwijs heeft Goulmy al eens gewaarschuwd voor de gevolgen op kleine studies bij bezuinigingen in het onderwijs. Onderwijsminister Eppo Bruins was daarbij aanwezig en luisterde ook naar haar verhaal, maar Goulmy zag dat niet in de resultaten terug. Bètavakken krijgen volgens haar prioriteit.
Baangarantie
De focus ligt niet echt meer op alfa- en taalvakken, volgens Goulmy. Kinderen moeten een studie kiezen met hoge baangarantie. Studies zoals Frans en Duits worden daarom voor veel jongeren niet meer aantrekkelijk. De toekomst van het taalonderwijs in Nederland ziet Goulmy dan ook somber in. Tegen haar eigen leerlingen die enthousiast zijn over het vak zegt ze ook al jaren dat ze dat beter niet kunnen doen.
Door: Nationale Onderwijsgids / Femke van Arendonk