Numerus fixus-opleidingen mogen sinds 2011 eisen stellen aan kandidaten. Aankomend studenten moeten bijvoorbeeld een motivatiebrief schrijven, extra toetsen maken of hoge cijfers voor hun eindexamen kunnen laten zien. Sindsdien daalt het aantal mannen, niet-westerse allochtonen en leerlingen die gemiddeld lager dan een 7 scoorden op hun eindexamen aan deze opleidingen. De daling is volgens de Onderwijsinspectie echter gering.
Aan selectie-opleidingen aan de universiteit daalde het aantal mannen van 49 naar 46 procent, het aantal studenten met een gemiddeld eindexamencijfer onder de 7 daalde van 69 naar 66 procent. Het aantal studenten van niet-westerse komaf, daalde op de universiteit nauwelijks. Op het hbo was bij de laatste groep wel een afname te zien van 16 naar 14 procent. In het algemeen nam het aantal niet-westerse allochtonen niet af omdat zij nu vaker kiezen voor een studie zonder selectieprocedure, zegt de inspectie.
Hoogleraar Wubbels vindt de conclusies van de Onderwijsinspectie te “gemakkelijk”. Hij vindt dat een andere aanpak nodig is als we ervoor willen zorgen dat niet-westerse allochtonen dezelfde kansen hebben in het hoger onderwijs als andere studenten. Wubbels is geen voorstander van selectie. De criteria selecteren studenten die “zo'n selectie beter aankunnen” en niet per se betere studenten, zegt hij. Ook is er geen wetenschappelijk bewijs dat selectie leidt tot hoger studiesucces.
Studentenvakbond ISO heeft eveneens twijfels over de toename van het aantal opleidingen met selectie-eisen. De studentenorganisatie wil voorkomen dat selectie bepaalde groepen studenten ontmoedigd om te beginnen aan een opleiding.
© Nationale Onderwijsgids