Het aantal allochtone studenten op de pabo neemt steeds verder af. Uit cijfers van de Vereniging Hogescholen blijkt dat van de 3.900 eerstejaars studenten er 156 van niet-westerse komaf zijn, terwijl dat aantal een jaar eerder nog op 458 stond. Dat meldt NRC.
De pabo’s constateren dat er voornamelijk minder leerlingen van het mbo aan de opleiding beginnen en onder deze studenten zaten altijd veel allochtonen. De opleidingen denken dat het niveau van het mbo minder goed aansluit op de huidige pabo. Veel studenten zouden de toelatingstoets niet halen.
De nieuwe eisen zouden kunnen afschrikken, want wie van het mbo komt moet aan strenge voorwaarden voldoen. Deze leerlingen moeten nog voor het eerste studiejaar slagen voor de zogenoemde wereldoriëntatietoetsen, met aardrijkskunde, geschiedenis en biologie/techniek.
Het niveau van de toetsen is daarnaast verhoogd. Dat de eisen zo hoog liggen, is een wens vanuit het onderwijs en de politiek. Basisschoolleerkrachten zouden les van onvoldoende niveau geven. Die tijd is volgens Ron Bormans, collegevoorzitter van de Hogeschool Rotterdam voorbij. “We hebben nu een pabo-opleiding van hoog niveau, waar we trots op zijn”, zegt hij. Gevolg is dat het aantal studenten op zijn school is gehalveerd en dat allochtone studenten wegblijven. Bormans: “We krijgen witte pabo’s.”
Bormans vindt dat een zorgelijke ontwikkeling. “Autochtone leerkrachten moeten overal les kunnen geven maar het is voor leerlingen toch ook fijn als ze zich kunnen identificeren met de docenten.”
© Nationale Onderwijsgids
