Normal_po__kov__docent__leraar__leerkracht__leerlingen__les__uitleg

Minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker van Onderwijs zijn het niet eens met de stelling dat de pabo tekort zou schieten in het opleiden van studenten voor het jonge kind. Volgens hen hoeft er daarom geen speciale kleuteropleiding te komen. Dit schrijven zij in een brief aan de Tweede Kamer.

Bussemaker en Dekker zijn in de brief positief over de kwaliteit van de pabo. Volgens hen hebben pabo’s de laatste jaren veel stappen gezet “om in het curriculum meer recht te doen aan de manier van leren van het jonge kind.” Zo is er sinds 2013 een specialisatie voor het jonge ofwel het oudere kind opgenomen in het curriculum van alle pabo’s. Naast de specialisatie is het belangrijk dat leerkrachten kennis hebben van de doorlopende leerlijnen in de hele basisschool, aldus Bussemaker en Dekker. Hiermee benadrukken ze de behoefte aan brede inzetbaarheid.
 
Mocht een docent geen specifieke kennis hebben over het jonge kind, dan “is het aan schoolleiding om er samen met de leerkracht voor te zorgen dat ze de juiste nascholing (kunnen) volgen.” Bussemaker en Dekker zijn van mening dat het hele werkveld verantwoordelijk is voor het jonge kind: “de cultuur van de school, de visie van de schoolleider, de kwaliteit van de stageplekken, de sturing vanuit het bestuur en de ruimte die er is voor professionalisering en nascholing.” Een goede leraar word je in de praktijk.
 
Eerder nam Tweede Kamerlid Michel Rog van het CDA het initiatief om hierover een online enquête te houden onder juffen en meesters in het kleuteronderwijs. Maar liefst 92 procent van de 2812 deelnemers is voor het herinvoeren van een kleuteropleiding. Volgens Rog is het op basis van dit resultaat niet wenselijk om de opleidingen leraar kleuteronderwijs en leraar basisonderwijs nog als één opleiding binnen de pabo te houden. Bussemaker en Dekker zijn het daar dus niet mee eens.
 
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids