Als ziekenhuizen de kwaliteit van zorg willen waarborgen, moeten zij onderscheid gaan maken tussen verpleegkundigen met een mbo- en hbo-opleiding. Dit stelt hoogleraar verplegingswetenschappen Marieke Schuurmans in vakblad Zorgvisie. Bestuurders zouden nu niet genoeg weten van het werk van verpleegkundigen en zien hen bovendien als één groep, terwijl het opleidingsniveau invloed heeft op het takenpakket. Dat meldt Nursing.
Bestuurders van ziekenhuizen maken belangrijke beslissingen voor de zorg, die ook invloed hebben op het personeel. Toch weten zij vaak niet hoeveel verpleegkundigen werkzaam zijn en wat hun toegevoegde waarde is op de afdeling. Te vaak worden zij alleen gezien als de ‘oren en ogen’ van de patiënt, terwijl hun takenpakket heel divers en uitgebreid is. Volgens Schuurmans ontdekken de bestuurders de waarde van verpleegkundigen pas als zij zelf eens als patiënt in het ziekenhuis liggen. “Decubitus, infecties, ondervoeding, uitdroging, incontinentie en pijn zijn aandoeningen die ‘nurse sensitive’ zijn”, zegt de hoogleraar. De deskundigheid van de verpleegkundigen is daarbij van groot belang.
Vanaf 2019 wordt de opleiding van verpleegkundigen geregistreerd in de beroepsprofielen in de Wet Big. In het BIG-register moeten alle zorgverleners geregistreerd staan om zorg te mogen verlenen. Volgens de hoogleraar verplegingskunde zullen ziekenhuizen die het onderscheid in opleiding niet erkennen, achterlopen in de kwaliteit. Bovendien pleit zij ervoor dat verpleegkundigen die wetenschappelijk onderzoek doen meer loopbaanmogelijkheden krijgen.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids
